Een dergelijk Politieleger zou bij degelijke opleiding en goede betaling, uitstekend in staat zijn, 0111 op afdoende wijze aan zijn taak te voldoen, terwijl de besparing voor de schatkist enorm zoude zijn Wel is de vraag of men dan voldoende officieren zal kunnen vinden, die een dergelijke werkkring ambieeren. Men bedenke echter, dat aan de officieren in een dergelijk poltieleger, geen academische opleiding behoeft te worden gegeven, dat zij we tenschappelijk slechts aan matige, vrijwel uitsluitend aan prak tische" eischen zullen moeten voldoen, zoodat de lichamelijk goedgekeurde jongeling, slechts een korten cursus zal behoeven te volgen om in dienst te kunnen treden om deze redenen kan toch voldoende toeloop worden verwacht Politievloot Het is duidelijk, dat dit Politieleger niet bestemd is om tegen een B. V. op te treden, hetgeen het voor deel medebrengt, dat dan ook een vloot, anders dan tot het verrichten van patrouillediensten en recherche in den Archipel, overbodig wordt. Met eenige uitstekend ingerichte, snelvarende scheepjes, zou het materieel van onze Gouv. marine kunnen worden uitgebreid, om afdoende voor de veiligheid van personen op zee en tegen smokkelhandel, te waken. Zeer waarschijnlijk zal men voor dit soort politievloot, altijd wel voldoende liefhebbers als officier en minderen kunnen vinden. De vloot. In Julie 1912, als militair medewerker van een der bladen, schreven wij o. a. over dit onderwerp Voornamelijk is echter het gemis aan een leidende gedach te de oorzaak, dat wij een ondeugdelijk vlootmaterieel bezitten. ,,Op het oogenblik (1912) hebben wij bijv. 15 z. g. pantser kruisers, alle echter wat art., snelheid en pantser betreft, „minderwaardig aan die der andere mogendheden. De gezamen lijke inhoud bedraagt evenwel 65000 ton. „Wij zouden dus daarvoor reeds 5 uitstekende slagschepen „van 13000 ton kunnen bezitten, dan wel bijv. een honderdtal „moderne torpedobooten. De beruchte „draagkracht" schijnt ons „dus wel te veroorloven een zoodanige vloot te bezitten als te genwoordig vrij algemeen gewenscht wordt. „Maar indien wij er nu (1912) toe overgaan onze vloot te reor- „ganiseeien, dan bedenke men wel, dat zulks niet meer zal „kunnen gebeuren op de oud-vaderlandsche „pennywise en „pound foolish"-manier door het benoodigde geld over 20 jaren „te verdeelen. Binnen enkele jaren moet de vloot weder up to „date zijn, of het is te laat en de reeds verwerkte gelden zijn „wederom weggeworpen". 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 27