Deze eigenschap der Hollanders is des te meer bevreemdend, daar zoowel het Rijk in Europa, als in de Koloniën, uitsluitend bestaansrecht hebben verkregen, door het gewapenderhand vestigen van het Gezag, zoowel tegenover het buiten- als in het Binnenland Daarom is het verwonderlijk, dat er toch altijd Hollanders zijn te vinden geweest, die persoonlijk optredende en met opof fering van goed en bloed, de Regeering feitelijk dwongen, de Nederlandsche zaak tot de hare te maken, terwijl ook dan nog, die Regeering er op uit was, den uitvoerders van hare opdrach ten, altijddurend te bemoeilijken in hunne taak, door het weigeren van de noodige finantieële middelen Men herinnere zich het manlijke woord van den grijzen de Ruyter, die toen men hem met een geheel onvoldoende vloot in zee zond, den Hoogniogenden Heeren toevoegde „Waar de Heeren Staten hunne vlag veil hebben, kan ik ook „wel mijn leven wagen Dit gebeurde den man, die men nog wel om zijn persoonlijk optreden den titel: „Redder des Vaderlands" had gegeven! Maar diezelfde geschiedenis zou het vertrouwen kunnen wekken, dat eene Natie, die telkens, na perioden van groote inzinking! plotseling weer teekenen van groote krachtsontwikkeling gaf, toch nog niet geheel dood kan zijn en dat het Nederlandsche volk dikwerf „niet" de Regeering had, die het verdiende Naar alle waarschijnlijkheid is echter het feit, dat de Neder lander nog steeds niet beseft, dat het Onderwijs niet uitsluitend mag beoogen het bijbrengen van kundigheden, doch in de eersté plaats opvoeding tot Staatsburger ten doel moet hebben, oorzaak, dat in Holland in 't algemeen niet begrepen wordt, dat het besteden van gelden aan de weermacht geen impro ductieve uitgaven zijnen dat deze uitgaven moeten groeien naarmate de economische waarde van de bezittingen des Rijks toeneemt. Men zou de Hollandsche zucht om op de weermacht te be zuinigen, haast ziekelijk kunnen noemen. De volksmenners bemantelen deze manie, door het aanheffen van allerlei leuzen, ten doel hebbend het volk in den waan te brengen, dat de hooge roeping van' Nederland voortaan is, vóór te gaan op het gebied der internationale ontwapening Zoo zal binnenkort een nieuwe leuzeNederland voor de Gemeenschap onevenwichtige volksvertegenwoordigers, meerde re gelegenheid geven den over internationale verhoudingen iet wat onnoozel denkenden Hollander, verder te voeren op het pad, dat leidt naar het verlies van onze zelfstandigheid. Het idee, dat een dergelijke handelwijze eigenlijk landverraad is, schijnt bij niemand in Nederland op te komen Alzóó niet in I n d i waar de geheele E u r. maatschappij staat of valt met de weermacht. Red. 3f

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 31