Ter wille echter van „the man in the street", heet het, dat thans bezuinigd moet worden, omdat in de mobilisatietijd het Leger zulke enorme sommen heeft gekost En hoe staat het in werkelijkheid met de staatsfinantiën Men hoort heden den Minister van Finantiën een zonderling betoog houden, dat hoewel het aantal millionnairs is toegeno men en het Staatsvermogen gedurende de oorlogsjaren van 7 tot 14 milliard is aangegroeid, men toch niet moet meenen, dat Ne derland zulk een rijke natie is, want deze aangroeiing berust op een betere taxatie der eigendommen en de valuta is zoo laagIs dit dan niet het geval bij de ons omringende Rijken Indien iemand het vóór 1914 had durven wagen te beweren, dat het moment gekomen was om eenige honderde millioenen aan de weermacht te besteden, dan zou men hem voor krank zinnig hebben verklaard, omdat zulks immers de „draagkracht" verre te boven zou gaan Maar thans zijn wij onder den druk van de circa drie milliard uitgaven, die mobilisatie en distributie ons hebben gekost en ik meen dat wij nog verre van een Staats bankroet zijn. En ziet, deze onder zwaren druk liggende Natie, ontwerpt een plan de Zuiderzee droog te leggen, een plan, dat circa twee milliard kosten zal. Zou men niet denken, dat een dergelijke natie ook wel een paar honderd millioen zou kunnen besteden aan een vloot, die hare eigendommen behoort te bewaken Dat in Indië op het oogenblik, door verkeerd finantiëel beheer, een te kort is aan vlottende middelen, nemen wij gaarne aan, maar wil men hiermede ook aangeven, dat dit te kort, ook in de toekomst, een beletsel zal zijn om deze streken de beschermende weermacht te geven, die zij noodig hebben? Wil men in ernst beweren, dat Indië niet ruimschoots de rente zal kunnen opbrengen van het kapitaal, dat er wordt belegd Zou het niet uitsluitend aan het gebrekkige finantiëel beheer liggen, aan het gebrek aan koopmanschap, en economisch inzicht, dat de begrooting met een deficit sluit? Denk eens aan de tien jaren, gedurende welke men doende is om de Djambiolieontginning te regelen, waarmede dus reeds honderde millioenen ongebruikt in den bodem zijn gebleven Zal het met het ontginnen der ertsvelden van Malili, waar van het bestaan reeds jaren en jaren geleden door officieren werd gemeld, evenzoo gaan Liggen (in deze tijden van algemeene houtnood in Indië en in Europa), niet voor honderden millioenen waarde verscholen in de wildhoutbosschen van den Archipel Waar is de Necker, die het finantiëel beheer van Indië op degelijke basis zal vestigen Maar zou, nu op het oogenblik geen geld ter beschikking is 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 32