Door hel tornen aan de opgegeven sterkte óf organisatie, wordt wederom half werk verricht en een weermacht georganiseerd van zeer twijfelachtige waarde, waarom dus het daaraan besteede geld onveilig belegd mag heeten, dan wel wederom weggeworpen zal blijken te zijn. Indien werkelijk geen middelen kunnen worden gevonden om Leger en Vloot óp krachten te brengen, dan is men in het be lang eener behoorlijke staathuishouding, verplicht zoo spoedig mogelijk over te gaan tot het organiseeren van een politieleger, waarbij ook een oorlogsvloot overbodig wordt en waardoor dus aanzienlijke sommen worden bespaard. Dan wordt ook een einde gemaakt aan de voortdurende on zekerheid waarin Leger en Vloot, sedert jaren verkeeren, welke onzekerheid zoo ontmoedigend werkt, dat indien niet spoe dig wordt ingegrepen, de weermacht wel eens zoodanig zou kunnen zijn verloopen, dat het niet wel mogelijk zal zijn, haar wederom op te bouwen. F. j. P. SACHSE. BANDOENG 1 Mei 1921. 4. BIJDRAGE VAN HET DEPARTEMENT VAN OORLOG DE GEVECHTSLEIDING IN DEN BEWEGINGS OORLOG VAN EEN DETACHEMENT UIT VER SCHILLENDE WAPENS BESTAANDE. (Beknopte toegepaste studie, samengesteld met voorkennis der commissie, ingesteld ter herziening van de gevechtshand leiding van het Leger in Nederland en uitgegeven door den Neder- landschen Generalen Staf). N. B. Deze studie slechts als een voorbeeld te beschouwen. De frontgroep bij den Aanval op eene ter Verdediging ontwikkelde Tegenpartij, (met schetsbijlage). A. Eene versterkte blauwe divisie valt 29 Mei 19X uit het Zuiden eene roode partij aan. Kort vóór dat de voorhoede van blauw het gevecht is aange gaan, is rood begonnen zich ter verdediging te ontwikkelen in de algemeene lijn A.B., maar heeft blijkbaar nog niet den tijd gehad een samenhangende stelling te maken. Ook kan bij rood de samenwerking der artillerie, zware mitrailleurs en eventueel bommenwerpers nog niet in een gedetailleerd schema zijn verze- 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 34