staat en de houwitserartillerie gereed is tot het afgeven van beschermend vuur. Immers de infanterie staat bij het betreden van het open terrein bloot aan vuurovervailing door 's vijands artillerie. De snelheid van afwikkelen der gevechtshandeling hangt dus in het begin af van de eigen houwitser-artillerie. Daarom is het gewenscht, dat de Cdt. g. g. Merg zich op de hoogte doet houden van den stand van zaken bij zijn artillerie en onmiddellijk door den Div. Cdt. (Art. Cdt.) wordt ingelicht, wanneer de houwitserartillerie gereed is. Aangezien daarbij de noodige verkenningen moeten geschieden, bevelen moeten wor den overgebracht en de batterijen in stelling moeten komen, zal de infanterie, alvorens een breed open terreingedeelte te overschrijden, moeten wachten. Volgt hier dus eensdeels uit, dat de opstelling der wachtende infanterie zeer gedekt moet zijn, anderdeels is duidelijk, dat, wanneer de artillerie gereed is, de infanterie ook d a d e 1 ij k vooruit moet. Deze moet dus 1. zoo mogelijk gereed staan in de formatie, waarin zij vooruit zal moeten. 2. op de snelste wijze vernemen, dat de artillerie gereed is. Om deze reden en omdat infanterie in de geheele gevechtsstrook tegelijk voorwaarts moet gaan, moet het bevel daartoe uitgaan van den Cdt. g.g. Merg. Teneinde niet wederom tijd te verliezen, is het geven van een bepaald sein gewenscht. Het daartoe afvuren van gekleurde seinpatronen met lichtpistool ligt voor de hand. De geringe zichtbaarheid van onze bestaande seinpatronen overdag maakt het evenwel noodzakelijk, dat tusschenseinposten tusschen den Cdt. g.g. Merg en de bataljons worden opgesteld 15). Bij deze posten tevens ordonnansenposten, die het bevel herhalen. Dit geheele systeem moet zijn ingenomen vóór de artillerie gereed is. Overste Merg moet dus hiermede rekening houden bij het nagaan van den tijd, welke hij aan zijne verkenning vermeent te mogen besteden. Aangezien de ontwikkeling der infanterie ter plaatse en het uitzetten der seinposten eenigen tijd zal vorderen, besluit Cdt. g.g. Merg zijn bevelen daartoe en tot den aanval zoo tijdig uit te geven, dat deze de voorste bataljons ten 12.45 nam. kunnen bereiken. Hij gaat sprongsgewijze over boschje Noord van Halfweg naar hoogte 35. Ondertusschen doet de Afdeelingscommandant door zijn verkenningspatrouilles verkennen Oost van E. bosch, van waaruit aanvankelijk de aanval der infanterie kan worden gesteund en wordt Cdt. 11-8 R. 1. opgedragen om van uit hoogte 31 waar te nemen, om daarna aan te sluiten bij hoogte 35. 15) Het ontwerp-voorschrift voor het seinen met lichtpistolen kent slechts seinen ten behoeve van stormvuur. Dit zal in den bewegingsoorlog evenwel slechts zelden voorkomen en is het behandelde geval geheel uitgesloten. Verwarring zal dus niet voorkomen, wanneer de Cdt. g.g. Merg voor dit geval aan een bepaald lichtsein (b.v. voortdurend groen) een andere beteekenis verbindt dan bedoeld voorschrift aangeeft. Een wijziging van het voorschrift zou deze toepassing evenwel eerst mogelijk maken. 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 41