c. Cdt. g.g. Merg is ten 12.05 nam. bij hoogte 35, vanwaar hij het voorgelegen terrein waarneemt. Dit schijnt, aanvankelijk open, doch verder nog al bedekt te zijn van af de Noordelijke (Oost- West loopende) hoogtelijn 20 tot de spoorbaan. Tusschen de spoorbaan en E. beek is het vrij open, behoudens enkele boschjes, het karrespoor van mijlpaal 9 aan spoorbaan tot D. bosch, hoeve Noord van station C. en den straatweg station C.-C. dorp. Cdt. 11 bericht in gelijken zin. Ten 12.10 nam. ontvangt hij bericht (met schets) van regiments wielr. patrluidende „Van onze voorhoede bevindt zich ongeveer anderhalve com pagnie aan en Zuid van spoorbaan, een sectie zware mitrailleurs „is bij boerderij Noord van G- bosch in stellingaldaar ook Commandant 2-111-11 R. 1." Deze Comp. Cdt. bericht tegelijkertijd: „Vijand heeft boschjes tusschen spoorbaan en E. Beek met „mitrailleurs bezet, ook in rand boerderij driehonderd Meter van „station C zijn mitrailleurs, welke overschrijden spoorweg „beletten. Langs E. beek veel bedrijvigheid des vijands. Molen „Noordwest van D. bosch is bezet. Vijandelijke mitrailleurs vuren „vanuit Oostrand D. bosch op afdeeling der voorhoede, die Oost „van paal tien de spoorbaan trachtte te overschrijden. „Mijn compagnie ontving bij overschrijden hoogte 31 artil lerievuur uit richting C. dorp." De afdeelingscommandant bericht, dat hij, althans aanvankelijk, vanuit stellingen Oost van E. bosch het beste aan de hem door g. g. Merg gegeven opdracht kan voldoen. Het bericht betreffende art. uit richting C. dorp wordt doorgegeven aan Art. Cdt. der Div. Dat van de aanwezigheid der mitrailleurs aan den Cdt. 1-4 R V. A., die kort daarop bericht, dat de mitrailleurs in boschjes tusschen spoorbaan en E. beek niet door artillerie onder vuur genomen kunnen worden, omdat zij te dicht voor de eigen infanterie liggen. Op grond van een en ander geeft de Cdt. g. g. Merg het navolgende bevel aan de bij hem aanwezige Cdt" 1 en II, den Afd. Cdt., den regimentsarts, den Cdt. Pion. en den oudsten ond. officier regiments T. A. 16), zoomede door wielrijders der re gimentspatrouilles (opvolgend twee met eenzelfde bestemming) aan Cdt" 111-8 R. I. en 2-111-1 IR. 1. Cdt. g. g. Merg. C. P. 29 Mei 19X, 12.30 nam. No. 5 Geheim. Aanvalsbevel. 1°. Vijand langs E. beek graaft zich vermoedelijk in. Mitrail leurs in Oostrand D. bosch vuren in Zuid-Oostelijke richting. Vijandelijke gevechtsvoorposten (mitrailleurs) in de boschjes tusschen spoorbaan en E. beek (deze mitrailleurs kunnen Een officier ten behoeve van de seingemeenschappen in het regiment is organiek niet ingedeeld. 42

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 42