geschiktheid voor het beroep in de praktijk, die op dat gebied
betrekkelijk slechts eenvoudige eischen stelt, zoodat overdrijving
in die richting ook absoluut in strijd is met gezonde zuinigheid.
En tenslottedat behalve aan wetenschappelijke ontwikkeling,
zeer veel aandacht behoort te worden gewijd aan lichamelijke
opvoeding en aan kaïakter- en mentaliteitsvorming der a. s. offi
cieren, terwijl bovendien groote waarde moet worden gehecht
aan de krijgstuchtelijke vorming van en het verkrijgen van een
hechten, innigen band, een overbreekbaar gevoel van saamge-
hoorigheid in het Officierskorps.
De vraag rijst, of een en ander en vooral het laatste bij de
aangeprezen wijze van opleiden wei voldoende gewaarborgd is.
Wij voor ons, betwijfelen zulks wel eenigzins en hebben - con
servatief wellicht m er vertrouwen in de oude Koninklijke Mi
litaire Academie," waar we als „cadetten", door 't zelfde levens
doel verwant, als in één groot huisgezin samenleefden, waar
een band gelegd werd, die nooit geheel verloren zal gaan.
Plan tot reorganisatie van het Militair Onderwijs,
A. Ontstaan der Commissie.
In kringen van leeraren en oud-leeraren aan de K. M. A. is
in de laatste jaren meermalen van gedachten gewisseld over de
wenschelijkheid van eene reorganisatie van het Mil. Onderwijs.
Men was van meening dat de regeling van dit onderwijs niet
beantwoordde aan de eischen van den tijd. Echter bleef het steeds
bij die besprekingen. Intusschen is in den allerlaatsten tijd het
Mil. Onderwijs herhaaldelijk ter sprake gekomen in de Volksver
tegenwoordiging en in de Pers.
Voorts is het aan de leeraren der K. M. A. niet onbekend
gebleven, dat plannen in overweging zijn tot samensmelting van
den H. C. met de K. M. A. en tot vereenvoudiging van de officiers
opleiding.
Onder deze omstandigheden hebben eentge leeraren gemeend
dat zij, die in dezen, voorzoover het de opleiding zelve betreft,
in de 'eerste plaats tot oordeelen bevoegd zijn te achten, niet
langer werkeloos mochten blijven, maar dat zij het resultaat van
hunne besprekingen tot een plan, waarnaar eene reorganisatie
ter hand zou kunnen worden genomen, behoorden uit te werken.
B. Aanleidingen tot Reorganisatie.
1. BEZUINIGING.
De wensch tot reorganisatie komt voor een deel ook voort
uit het streven naar bezuiniging.
De commissie is van oordeel, dat die bezuiniging zeer wel
mogelijk is. Niet, dat zij meent, dat de onderwijsinrichtingen op
te weelderigen voet zijn ingericht, integendeel
49