Zij vindt -het echter noodzakelijk, dat in vredestijd officieren in den troep dienen, die op de hoogte zijn van de techniek van hun Wapen, van de in dit Wapen voorkomende techn. hulpdiensten en van de voor het gebruik noodige wiskundige en ballistische methoden. Zij acht dit een eisch, iadien men wil verwachten, dat de officier in den tegenwoordigeh tijd van techniek zijn Wapen vooruit zal brengen. Afgescheiden hiervan zal het noodig blijven aan de Art.-Inrich- tingen en elders te kunnen beschikken over ingenieurs, die aan de Techn. Hoogeschool zijn opgeleid. Zou men die ingenieurs willen trekken uit de officieren, dan zijn zij, die de tactisch-techn. studierichting van één der Wapens hebben gevolgd, daarvoor aangewezen. In de commissie is de vraag gerezen, of niet alle studenten eerst de tactische studie zouden kunnen volgen en een gedeelte van hen later een techn. cursus aan de Techn. Hoogeschool Zij heeft die vraag ontkennend moeten beantwoorden, omdat eene techn. studie daar niet kan worden gevolgd, als niet vooraf een zeer belangrijke kennis der hoogere wiskunde en aanverwante vakken is opgedaan. Bovendien zou de Techn. Hoogeschool dan naar de speciaal mil. behoeften moeten worden ingericht. Voor de tactisch-techn. studierichting moet de wiskunde c. a. in de eerste studiejaren worden behandeld; vandaar, dat de splitsing in de twee richtingen van meet af aan onvermijdelijk en nood zakelijk is. De commissie wijst er nog op, dat het idee „Mil. Hoogeschool" toch ook meebrengt, dat deze zelf den a. s. ofticieren de noodige kennis kan bijbrengen, die zij voor hun gewonen mil. dienst noodig hebben. Tot de adm. studierichting zou de commissie willen zien toe gelaten a. verlofsofficieren en verlofsonderofficieren, b. aspirant-beroeps officieren van de mil. adm., op te leiden aan één der scholen voor verlofsofficieren en c. onderofficieren van de verschillende Wapens. Zij denkt zich dus voor dit dienstvak geen afzonderlijke school voor verlofsofficieren. Aan de Mil. Hoogeschool zullen bovendien georganiseerde lezingen moeten worden gehouden over paedagogiek, sociologie, gezondheidsleer, enz. Voorts zal aan de reeds benoemde officieren van alle Wapens de gelegenheid moeten worden geschonken om aan de Mil. Hoogeschool speciale cursussen door docenten van die inrichting over belangrijke onderwerpen te geven te volgen. Op deze wijze kan de Hoogeschool medewerken om de tactische en de techn. ontwikkeling van het officierskorps op de hoogte van den tijd te houden en zal de studielust van de reeds aan gestelde officieren worden opgewekt. De commissie voegt als bijlage 1 hierbij een voorbeeld van niet overgenomen. Red 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 60