6. HET PLAN TOT REORGANISATIE VAN HET
MIL. ONDERWIJS1.)
I.
De plannen der Regeering tot samensmelting van den H. C. en
de K. M. A. en tot vereenvoudiging van de officiersopleiding
hebben een aantal leeraren van de K. M. A er toe gebracht zich
te vereenigen tot eene commissie om de eischen eener reorgani
satie te bestudeeren en conclusies te formuleeren in een uitgewerkt
Plan; waaraan ook in Indië ruime bekendheid wordt gegeven.
Toen het plan in druk verscheen, betuigden spoedig een groot
aantal der andere leeraren hun adhesie. En geen wonder. De samen
stelling der commissie wijst er reeds op, dat wij hier te doen hebben
met werk van menschen, doorkneed in de praktijk en op de
hoogte van de toestanden. Bovendien werk, waarop de liefde
tot dat werk een stempel drukte: een geheel vrijwillig onder
nomen arbeid!
Wie zich gaat zetten tot eene beoordeeling van dat Plan zal
zich in de eerste plaats vrij moeten maken van de neiging te veel
in details af te dalen. Een uur lijnteekenen meer of minder,
revolverschieten volgens een Indisch reglement óf zoo iets, daar
gaat het niet om!
In elk programma zullen punten voorkomen, die men zelf anders
zou opgesteld hebben. En bij het volgen van de groote lijnen
vrage men zich voortdurend af„Ben ik niet wat te ouderwetsch.
Want dit is het groote gevaar, dat men loopt bij het beoordeelen
van alle nieuwe banen, dat men zoo moeilijk van de oude richting
afstand kan doen 2).
De traditie, wat men soms ook moge klagen, is nog niet ge
storven. Traditie is herinnering! En de herinnering aan de
welhaast 100-jarige K. M. A., „met die onaangenaam aandoende,
schamel gemeubileerde, lokalen" met de vele en velerlei types,
met het Walletje, de steile trap naar 't bureel, waar de ernstig
ste reprimande gehaald moest worden, met zijn muziekkorps, ja
met zijn Brugstraat wil niemand missen.
Het zal niet dan „vol van leed" zijn, dat we de K. M. A. zien
verdwijnen.
Licht, heel licht zullen we onze herinnering aan het verleden
willen vereenzelvigen met eischen voor het heden, eischen voor
de toekomst en zouden dan de groote fout van velen maken, niet
met onzen tijd mee te gaan.
Dit artikel bereikte ons, toen het vorenstaande persklaar was. Waar
hier een enthousiast voorstander aan het woord is, kwam het billijk voor,
het artikel tegelijk met onze aanteekeningen op het „Plan" te plaatsen.
Red.
2) Hoe ouder wij worden, hoe meer of de ervaring ons leert, dat het
beproefde „oude" dat we meermalen, toen we jong waren, hielpen om
vergooien, of althans ontwrichten toch feitelijk veel goeds inhield en
dikwijls eigenlijk beter was, dan het andere, het „nieuwe", dat we zoo
vurig propageerden!
64