Dir boer, die niet anders dan niet de trekschuit wilde leizen,
beding psychologisch dezelfde dwaling, als wie nooit zich in
kan denken in wat 't moderne leven eischt.
Wie het plan van de commissie bestudeerd heeft, zal in de
eerste plaats het ernstig streven erkennen om de eischen, waaraan
de opleiding moet voldoen, op een hoog peil te houden. Dat
neemt niet weg, dat daarbij een geheel nieuwe richting wordt
ingeslagen.
Men wil de beroepsofficieren recruteeren uit degenen, die hun
beroepskeuze met meer oordeel kunnen doen. Dat zijn de, aan
zekere eischen van wetenschappelijke vorming voldoende, verlofs
officieren, die reeds eenig begrip hebben van hun toekomstigen
werkkring. A
Deze methode lijkt mij zeer goed gekozen. Als dat begrip van
hun toekomstige werkkring blijkt hen te weerhouden om als
verlofsofficier verder te studeeren voor beroepsofficier, dan ligt
de fout niet bij de methode van onderwijs, doch bij de regelingen,
die dezen werkkring betreffen.
Eenmaal bij de opleiding tot verlofsofficier den vaandrigsgraad
behaald en in dien graad ook eenigen tijd een commando uitge
oefend hebbende zullen zij een voldoende mate van verant
woordelijkheidsgevoel verkregen kunnen hebben, zoodat het niet
langer noodig is hen te onderwijzen als de cadetten op de oude
K M. A. (een militair internaat), al zal vooral omdat het Rijk
alle, of bijna alle, kosten draagt controle op de studieresultaten
niet kunnen worden gemist.
Langs dezelfde wegen zal de opleiding voor onderofficieren
uit den troep moeten geschieden. Minder goed lijkt mij het denk
beeld onderofficieren de gewone H. B. S. te doen volgen. Voor
hen lijkt mij een speciale cursus, gecentraliseerd en eventueel
Het „nieuwe", dat zoo logisch scheen, bleek maar al te vaak zelfs een
faillure te wezen. -
Zeker dit geldt niet voor alles (b. v. in den regel met op zuiver materieel
gebied),' maaé toch voor bedenkêlijk veel abstracte zaken, ook in het
Was het b. v. soms psychologisch geen fout, om alle geur fleurige
uniform, muziek, parades en dergelijk militair vertoon af te willen schaffen
of althans gelijk geschiedde - tot een minimum terug te brengen?
Bleek hét niet verkeerd, het willen afschaffen van stramme gesloten
excercitien en het z. g. humaner maken van de tucht
Wordt niet nu, na den oorlog, door de deelnemers sterk weer de
nadruk gelegd op die excercitien, zijnde die verguisde vormendienst d e
leerschool voor het verkrijgen van in het gevecht onmisbare eigenschappen
Is door den modernen geest, met zijn slappe wijze van dienen, de waarde
van de krijgsmacht niet aanzienlijk gedaald, het dienen met veel minder
aangenaam geworden dan vroeger, toen men wist waar men aan toe was,
wist dat men nauwgezet had te gehoorzamen, doch ook wist stipt g e-
hoorzaamd te zulle'n worden?
Men zij - wat de psychologische zijde (en deze domineert en ïnoorlogs-
èn in vredestijd) betreft vooral voorzichtig met „nieuwe banen
Kea.