72 optimisme wordt beschuldigd, waar ZHEG. vermeent wel een 30,000 vrij willigers voor Leger en Vloot te kunnen verkrijgen. De attaque wordt niet zonder succes door "den Overste in een aantal noten gepareerd. F. K. geeft verder een artikeltje: „De Defensievoorstellen." Het heeft S. getroffen, dat er van deskundige zijde nagenoeg in het geheet geen beschouwingen over de voorstellen zijn geweest en "wat het meest teekent geen critiek, waartoe n. z. m. toch wel reden was. 2 Divisies acht hij te weinig, 4 is z. i. eerst een minimum. O. i. moet in het oog gehouden worden, dat "de plannen ziin opgemaakt, rekening houdende met de beschikbare geldmiddelen. En verder, dat wat B. V. betreft, de Marine de hoofdtaak zal krijgen, dus daaraan éér geld moet worden besteed dan aan het Leger. Eens zijn we het met S., waar hij de toegedachte moderniseering veel te bescheiden acht. Het aantal van 30 geweermitrailleurs per bataljon is b. v. niet voldoende. Ook met het slot van het betoog, dat hieronder volgt, kunnen we instemmen. Ook het aantal mitrailleurs is te klein, als men de voorziening met die wapens in andere legers nagaat. Waarom slechts een PROEFbatterij luchtafweergeschut zal worden besteld zal velen niet duidelijk zijn. Heeft de oorlog nog geen gegevens genoeg gebracht? Of moeten wij weer het aller-aller beste hebben, even als indertijd met het berggeschut? Dan valt te vreezen, dat wij over tien jaar nog aan het proevennemen zullen zijn. Hetzelfde geldt voor het infanteriegeschut. Waarom nog proeven? Wat de Franschen of de Duitschers op dit gebied hebben is voor ons toch ook goed genoeg. Zoo zoude er nog wel meer zijn op te merken, doch wij zullen het niet doen, om de eenvoudige reden dat we ten slotte onzen critischen geest voelen bezwijken onder het vreugdegevoel, dat er iets gaat gebeuren en dat we eindelijk het veelbesproken „moeras" den rug gaan toekeeren De plaatsruimte noopt verder te volstaan met opsomming van den overigen inhoud, t. w.Een en ander over de opleiding van de Genie troepen, Een dorado voor verlofgangers, Het graf van luitenant Nix, Mili tair Straf- en tuchtrecht, Redevoeringen van den Heer Kiés, Uit pers en periodiek en Mededeelingen H. B. D. B. 9. DE N. 1. VERLOFSOFFICIER No. 7. Behalve de gewone rubrieken geeft deze aflevering vooreerst een ar tikel getiteld „Verbetering", waarin onder erkenning, dat er veel aan het leger ontbreekt en dat de kans op grondige verbetering wellicht voor- loopig gering moet worden geacht wordt aangespoord om er van te maken, wat er van te maken valt. Met instemming nemen we er het volgende uit over: alleen een volk, dat gelooft, dat de gedachte leven blijft, ook al zijn de strijders gevallen en de goederen vernield, zal uit de noodzake lijke overtuiging en offervaardigheid een wapen dat zijn bestaan verdedigen kan, samenstellen. Dit geloof echter is in den huidigen tijd zeer zwak, wordt zelfs ontkend als bestaanbaar en wenschelijk door een aantal Ne derlanders, welke hun verantwoordelijkheidsgevoel sussen met zoetelijke volkerenbondsidealen. Of zichzelf en anderen bedriegen met het vooruit zicht op sowjet-heilstaat. Een averechtsche moraal, die de opvoeding en de maatschappelijke verhoudingen op een slechts materiëele basis plaatst, doet het groote andere deel jagen naar de uiterste directe stoffelijke voordeelen. Vetdruk van ons. D. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 72