genoegens als - sport en bioscoop, met hun vaak eveneens te sterke overdrijving, heeft het aldus een ander tegenwicht gevon den om de zorgen van het dagelijksche leven niet te zwaar te doen drukken, in den grond is het zeker niet afkeerig van alle poëzie geworden. Alleen verlangt het begrijpelijke verzen. Natuurlijk is het juist, dat een waar kunstenaar als een fijn besnaard instrument is, dien niet ieder ten volle zal kunnen be grijpen, daar aanleg en vorming altijd grenzen blijven stellen. Maar wanneer die kunstenaars niet uitgaan van de gedachte zichzelf genoeg te zijn, wanneer zij in hun werk de erkenning willen en weten te leggen van, evenals alle andere schepselen, te leven onder eenzelfde eeuwigheidslicht, dan wordt daardoor dat werk bereikbaar voor ieder ernstig zoeker. Dan zal, ongeacht bijzondere omstandigheden, zulk een dichter zeker geestdrift wekken. Wanneer wij nagaan, wat onder de thans geldende omstandig heden het heden ons biedt, dan zal voor menigeen de werkelijk heid ver de verwachting overtreffen. Er wordt immers niet gevraagd naar gezwollen ophemelarij, naar aanprijzing van klatergoud/doch enkel naar een verbeel ding en een verklaring van het schoon, dat de wereld biedt, op een wijze, die ons niet ledig laat staan. Hoe vindt ge dan deze beschrijving, die J.J. de Stoppelaar gaf van een OCHTEND Roerde in de nacht niet een zwarte tamboer Een brommende roffel bij 't woudlegioen Stond toen niet donker in 't lichte kontoer Trompetter, die blies op een klare klaroen? Toen schudden de boomen hun slapende groen. Rauw klonk een schreeuw uit het dompige moer. De hemel werd grijs in de west zwalkte toen De maan en verging als een schip zonder roer Dan zeilde de dag als een oorlogsfregat, Kanonnen van witblinkend staal aan de flank, Met bloedroode vaan en een purperen vloot, Met een hoera uit den einder en nat Van goud maar als koper zoo zwaar en zoo blank Rees toen de zon en was stralend en groot. De „Nachtelijke rit" en „In den storm" van denzelfden dich ter moeten een ruiter bekoren. En zie de Genie bij het lezen van 28

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 28