Dit is, zegt Madelin, „le genre prussien les stratèges d'outre-
Rhin manquent de souplesse ou tout au moins de rapidité dans
les conceptions nouvelles qu'a tout instant
impose la guerre (Jena!)
En wat zou, in '70, een Moltke tegenover een Foch, instede van
tegenover een Leboeuf, een Mac-Mahon, een Bazaine hebben
bereikt? Voor een Pruisischen geest en de nu volgende uit
spraak van Madelin is merkwaardig scherp en juist schijnt „la
manoeuvre" in.hoofdzaak te bestaan uit den „coup brutal" 2).
Indien hij een zwak punt aantreft en daarop zijn slag toebrengt
indien hij dan daar vindt, een makkelijk te ontmoedigen leger en
een tegenstander, die niet van een kracht is om den tweeden „en
manoeuvrant" te pareeren en dit is de geschiedenis van 1870
dan is deze methode gerechtvaardigd en vruchtdragend. Maar
indien de tegenstander zich aan den tweeden slag onttrekt,
zoodat deze in de lucht wordt geslagen, dan zich samentrekt voor
den „nahouw," zich werpt op de flank van den reeds vermoeiden
aanvaller, hem omringt met „manoeuvres," hem verwart door
combinaties en aanvallen van allen kant, dan zal de Pruisische
reus, niet in staat om in enkele dagen „sa lourde methode" te her
zien, wankelenden aarzelen 3). Indien hij slechts één pas terug
treedt, is hij verloren, want hij kent niet „le jeu d'escrime," doch
uitsluitend „le jeu du coup de poing" en „que vaut unpoingen
face d'une épée qui cherche partout le défaut?"
En hiermede heeft Madelin zeer scherp de beide tegenstanders
tegenover elkaar gesteld. Niet, dat hij L. alleen als den „brutal
éminent" fzietzijn grootheid schuilt in de buitengewone stout
moedigheid „qui, chez lui, double la brutalité."
Men heeft hem een „aventureux" gescholden, omdat zijn
„aventure" niet geslaagd is.
Maar Ludendorff heeft „va banque" gespeeld op een oogenblik,
dat dit voor een stoutmoedige en „verantwortungsfreudige" figuur
als de zijne gerechtvaardigd was, want al beschikte hij
in den aanvang van 1918 over de numerieke en mat. meerden eid,
die meerderheid was slechts „tijdelijk." Duurde de aanstaande
slag meer dan twee of drie maanden en zou die slag voor het D.
leger, door den weerstand der Geallieerden, verliezen meebrengen
als die van de slagen van Verdun, dan zou D. zijn reserves zien
Deze meening van M. is wel zeer absoluut en apodictisch. Hij ver
geet hier geheel, dat op het O. front met gunstig resultaat operaties
zijn ingeleid en doorgevoerd, welke op een lijn kunnen worden
gesteld met het beste uit den Napoleontischen tijd.
2). „b.utal" hier niet te lezen als „brutaal", maar als „lomp, ruw."
3). Ook hier geldt weer, dat de D. op het O. front zich van een geheel
anderen kant deden kennen. In den veldtocht in Polen verdienen zij
slechts bewondering voor hun „geniale soepelheid." Bij den terugtocht
uitZ. Polen is de D. legerleiding, zijn de prestaties van den troep
schitterend; zeer kort daarna staat het D. leger opnieuw in N.
Polen opgesteld als een krachtige bedreiging in de flank der Russen.
2