door een verschil in maandelijksche inkomsten wordt uitgedrukt van respectievelijk f 25.en f 75. financieel betrekkelijk weinig in het nadeel bij officieren van andere wapens en diensten, die eerder promotie maken. Niettegenstaande dit, werkt het zeer deprimeerend op het rechtsgevoel en fnuikend op den ijver van de betrokken adm.- officieren om jaren lang ondergeschikt te moeten zijn aan studie- en tijdgenooten. Vooral in het mil. leven treedt het rangverschil zeer dikwijls sterk op den voorgrond. Het, als gevolg der zeer trage promotie, nadeelig verschil in het inkomen (dat men in vergelijking met de Inf. in totaal op gemiddeld f 3000. kan stellen) verder buiten beschouwing laten de, kunnen we nog de navolgende zeer grievende en ook schreeuwend onbillijke gevolgen van dien wantoestand aan stippen ci. de officieren der Adm. zullen als gevolg der zeer trage promotie, bij ontijdige pensionneering door ziekte of anders zins, dikwijls een rang lager worden gepensionneerd, dan een t ij d g e n o o t b. v. van de Inf. die te zelfder tijd den dienst moet verlaten c. bij een eventueel overlijden heeft hetzelfde plaats t. o. z. van het Weduwen- en Weezenpensioen, daar het te verleenen pensioen uitsluitend verband houdt met den „laatstbeklee- den rang" b. bovendien worden door de adm.-officieren nog de nadeelige gevolgen gevoeld bij de aanspraken op eene woning, waarbij het geval zich voordoet, dat twee tijd- en studiegenooten, de een van de Adm. en de ander van een ander wapen of dienstvak, resp. wonen in een (wat de samenstelling van het gezin betreft) niet en wèl geschikt huis, in eene luite nants- en kapiteins-woning. Uit het voorgaande volgt, dit er bij het dienstvak afdoende moet worden ingegrepen door eene beduidende formatie-wijziging. Noodzaak dwingt ad. C. (1). De gevolgen van den onhoudbaren toestand zijn zeer funest voor 's Lands geldmiddelen. Het wordt o. i. meer dan tijd, dat er eens een einde komt aan den toestand, dat de eene officiers dame meer weduwe pensioen geniet dan de andere. We achten dit een absurditeit zonder weerga. Er zij één weduwe pen sioen, met z. n. een extratoelage voor dié dames, die absoluut niet in staat zijn er wat bij te verdienen (gebrek- kigen, ouden van dagen, met veel kinderen). Red. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 38