Vervolgens geeft het de mogelijkheid om de pas uitgekomen officieren niet dadelijk een geldelijk beheer te geven, maar hen eerst onder goede leiding ook practisch voor hun a. s. zelfstandigen werkkring te bekwamen Ook is het van een niet te onderschatten belang, dat de onderinspecteurs op Java dan niet meer zoo angstvallig aan hunne bureaux gekluisterd zullen zijn, omdat zij bij die nieuwe formatie gedurende inspecties afdoende door den kapifein-adjunct vervangen kunnen worden en bovendien door den luit.-adjunct kunnen worden vergezeld. Bij de kleinere Inspecties zal men dan eveneens meer vrijheid verkrijgen, hetgeen zeer voordeelig zal blijken te zijn voor de leiding, voorlichting en controle 2). Over het algemeen genomen zal die nieuwe samenstelling de zoo gewenschte soepelheid meebrengen, die niet onderschat mag worden. (6). De slechte geest en moedeloosheid onder de adm.-officieren behoort zoo spoedig mogelijk te verdwijnen, hetgeen slechts mogelijk is door hunne grootste grief, n.l. het onbillijke ten achter staan in promotie, weg te nemen. Alleen bij betere vooruitzichten dan thans, zullen de officieren van het dienstvak hun heil niet meer elders trachten te zoeken en ook verder medewerken om er van te maken, wat het moet zijn. 6. DE BEVORDERING IN HET OFFICIERSKORPS. De bevordering van de officieren hangt hoofdzakelijk af van twee factoren; te weten sterkte der formatieen van Vrouwe Fortuna. Hoewel hierover veel te zeggen zou zijn, laten wij de factor „geschiktheid voor den hoogeren rang" maar buiten beschouwing. Uit het bekende artikel van den Kolonel Gerth v. Wijk, voor komende in het I. M. T. Sept. '20 getiteld„De Positie van den of ficier der Infanterie in verband met de Organisatie van dat Wapen", Een groot voordeelRed. 2). Volgens de instructie O. I., is deze belast met de leiding van en het algemeen toezicht op den dienst opgedragen aan kwartiermeesters en administrateurs van korpsen, ganizoenen, zieken- en andere inrichtingen binnen zijn ressort. Voorts geeft die instructie aan, dat hij zich door het houden van inspectiën zal overtuigen van den goeden gang van zaken bij de verschillende administratiën, en dat hij die gelegenheden zal benutten tot voorlichting en leiding van zijn ondergeschikten en om hun aanwijzingen te geven voor de uitoefening van hun dienst, vooral om hierbij practischen zin en vlotte behandeling van zaken aan te kweeken. 43. EINE ALTE GESCHICHTE. DOCH BLEIBT SIE IMMER NEU.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 43