3e. pensioen, dat hooger en eerder verdiend: is; 4e. weduwe-pensioen, als boven; terwijl daarvoor minder werd gestort in het Weduwen en Wezenfonds. 5e. ruimer woning; 6e. voor de rangen bóven Majoor bij reizen en verhuizingen hoogere vergoedingen (zie nieuw reisreglement). 7e. grooter kans om het te brengen tot Legercommandant, Di visiecommandant, Hoofd van den Generalen Staf, Hoofdofficier bij dien Staf; enz. Men kan zich niet anders dan verbazen, dat tot nu toe niet de minste verandering in dezen hoogst ongewenschten toestand werd gebracht. De personeelkwestie is te vergelijken met een teere plant, die cultiveering vereischt, zonder dat deze aan den anderen kant tot z i e k e 1 ij k e zorgzaamheid behoeft over te slaan. De tot voor kort jarenlange verwaarloozing van de meest elementaire belangen van het officierskader is voornamelijk de oorzaak geweest, dat wij thans zoo diep in het moeras zitten. Tien, neen vijftien jaren lang werd tot in den treure en in allerlei toonaarden voorspeld, waar men ten slotte zou belanden. Laten wij het openlijk uitspreken; al die waarschuwingen en roepstemmen hebben de verbeteringen niet bewerkstelligd. Deze zijn door verschillende omstandigheden afgedwongen. En nog leeft in menig hart de wrok over de grievende ten achterstelling, ondervonden in de jaren vóór 1920. Zal deze les ter harte worden genomen en zullen, zij het ook ten koste vaneenige moeite, ten aanzien van billijke verlangens zoo noodig nieuwe banen worden betreden? Niet meer achteraan worden gehinkt, als de debacle zich reeds duidelijk afteekent? Kenschetsend als gevolg van den huidigen toestand is, dat dit jaar b. v. 17 cadetten der art. tegen 15 der inf. tot 2den luitenant werden benoemd, ondanks het feit dat het wapen der inf. eenige malen meer behoefte heeft aan luits dan het zusterwapen. Wat wij noodig hebben is stabiliteit in de bëvordering; daar door wordt verkregen: stabiliteit in het verloop en meer verze kerd zijn van de aanvulling. Een rationeele oplossing ligt voor de hand en achten wij nogal eenvoudig i eze is o i. gelegen in periodieke bevorderingen tot en met den rang van luitenant-kolonel, Waarbij de officier respectievelijk na 3, 11, 20 en 23 jaren bij gebleken geschiktheid tot 1ste luitenant, kapitein, majoor en luitenant-kolonel wordt benoemd, maar dan ook geen dag eerder. Men zie ook noot bij ad A (3) van het 5de art. van deze aflevering. Red. 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 45