56 mogelijk, doch men moet daarvoor kunnen beschikken over t ij d enovèr- zicht over het gev. veld. Ontbreken deze beide, dan moet men decentra lisatie toepassen (dus in bedekt en doorsneden terrein als regel). De Y.A. wordt dan min of meer inf. geschut. Dezelfde beginselen gelden voor het gebruik van zw. mitrs. Gewaarschuwd wordt tegen overdreven verwachtingen van de uitwerking der art., waardoor de inf. slechts heil gaat zien in spervuur van de art. en langzamerhand vergeet haar eigen wapenen (geweer-, gew. mtr.-, zw. mitrs. enz.) te gebruiken. (Zoowel aan de zijde der D. als aan dié der tegenpartij wordt hierover geklaagd). Niettegenstaande de groote art. massa's en de ongehoorde mun. voorraden, welke werden gebruikt, zegt Schr. „Und irotzdem gab es so unendlich viel Platz in der weiten Natur;selbst diese Stahlmassen zerschlugen nicht alles Leben, die Inf fand noch zu viel Arbeit (aanhaling van Ludendorff). Bovendien merkt Schr. op „Un- sere Art. mittel sind leider wie geniigend bekannt, nicht nur aüszerst bescheidene, sondern, an den modernen Aufforderungen gemessen direkt unzulangliche und deshalb unhaltbare." Het nut van de tanks wordt wel wat overdreven en verliest Schr. n. 0.111. uit het oog, dat in den afgeloopen oorlog de afweermiddelen er tegen nog niet waren ontwikkeld. De ten dezen ontbrande strijd van pantser tegen proj. zal door het laatste worden gewonnen, omdat de eerste door de factor „bewegelijkheid" in zijn ontwikkeling wordt belemmerd, afgezien nog van den invloed van het terrein. Hij geeft trouwens zelf aan, dat in enkele gevechten de inf. de tanks bestreed met sterke springladingen, terwijl ook de projn. met stalen kern der mitr. dikwijls succes hadden „Die beste Waffe gegen die Tanks aber seien die Nerven, Mannszucht und Unerschrockenheit1'; eerst toen het gehalte van de inf. sterk was achteruitgegaan heeft de tank veel kunnen presteeren. De verd. zal in de diepte en elastisch moeten worden gevoerd de inf., art. en mitr. zullen over de geheele diepte worden gegroepeerd. Heeft men zeer veel mitr. dan kan een deel in de voorste lijn worden geplaatst. (De Fr. plaatsen in principe geen mitr. erin.); „wir haben nicht derart Uberflusz an dieser waffe, dasz wir ohne zwingende Gründe mit diesbe- ziiglichen Verlusten leichthin rechnen dürften." In de plaats daarvan zal het „Pistolengewehr" met vrucht kunnen worden gebezigd. De elastische verd. geschiedt door het toepassen van een t e g e n s t o o t, uit te voeren door de reserves der kl. verbanden. „Der Entschlusz dazu musz spontan, ganz instinktiv und impulsiv aus der Truppe selbst heraus- kommen' de hoogere bevelvoerder kan onmogelijk hiertoe het bevel tijdig geven. Als regel moet zij in de flanken van den binnengedrongen tegen stander plaats hebben. De tegenaanval zal door de grootere reserves geschieden en dient niet om de tegenpartij weer uit de stelling te werpen, maar om haar te vernietigen. Schr. geeft aan, dat de bevelhebber moet bedenken, dat er heel weinig lerreinpunten zijn, welke tot iederen prijs moeten worden behouden, terwijl het moreel door een terugtocht met het doel onnoodige zware verliezen te vermijden, niet zal lijden, „wenn die Truppe den Beweggrund dieser Masznahme versteht." Wij zijn zeer scep tisch gestemd t. a. v. deze kwestie; n. o. m. zal de troep een terugtocht slechts toeschrijven aan de overmacht van den vijand en komt hij vaak voor, dan verliest de troep het vertrouwen in den bevelhebber. De frontbreedte in de verd., in den jongsten oorlog ingenomen, nagaande, komt Schr; tot de slotsom dat men niet hooger mag gaan dan 800 M. voor 1 bat. inf. Opgemerkt wordt, dat dit slechts een getal is om de gedachte te bepalen; terrein-uitrusting-moreel enz. zijn factoren, welke een beslis- senden invloed uitoefenen. „Im heutigen Kriege, wo Technik und Zahl ausschlaggebend zu sein scheinen, entscheidet letzten Endes doch die Wdlenskraft des einzelnen Mannes. Mehr als je hangt der Besitz einer Stellung von dem unerschütterlichen Willen der Führer und jedes Soldaten ab, nicht daraus zu weichen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 56