Voorts noemt hij het feit, dat deze kwestie in Eng. tijdschriften zoo op
den voorgrond is geschoven, een poging om Amerika en Japan ertoe te
brengen hun vlootprogram te wijzigen.
Art. Monatshefte Maart/A pril. In „Die Geschütz-ausrüstung un-
serer Feld- und schweren Art. im Weltkriege" geeft Schr. te kennen, dat in Fr.
zoowel als in D. het streven voorzat de capaciteit van het geschutte verhoogen,
zij het ook ten koste van de bewegelijkheid, welke helaas in vredestijd te
veel op den voorgrond was gebracht. De Fr. schijnen zelfs het veldgeschut
een kal. van 10 cM. te willen geven (France militaire). „Die Anschauungen
von Krieg und Frieden sind doch recht verschieden und bei Beurteilung
fast aller"technischen Geschiitzfragen ist man meist dann auf dem rechten
Weg, wenn die erzielende Wirkung in dem Vordergrund gestellt wird."
Het art. „Heldentaten an der Somme 1916" is zeer lezenswaardig; de
„samenwerking tusschen art. en inf." liet hier niets te wenschen over,
dank zij den korten afstand tusschen heide wapens. N. o. m. is dit de
eenige wijze, waarop in de practijk samenwerking mogelijk zal blijken.
„Zur Kritik des deutschen Art. Meszwesens" geeft aan, dat hoewel reeds
in 1902 het „Lichtmeszwesen" in D. bestond, de art. officieren, ook die
der Vest. art., hierin niet geoefend warenmen vond deze methode veel
te omslachtig en zag geen heil in de toepassing ervan. „Es verschwand
wie alle besseren Art. kenntnisse unter der Betonung der tactischen und
der Reit- und Fahrausbildung." In den oorlog werd men spoedig gedwongen
deze methode toe te passen bij het inschieten door middel van het vastleggen
van de springpunten bleek een „manglende Kenntnis der einfachsten ballis-
tischen Verhaltnisse" te bestaan. Schr. zegt zelfs „es fehlte das unbedingt
erforderliche Mindestmasz an art. Kenntnisse." Voorwaar de critiek is niet
malscli. Voor hem is het buiten kijf, dat de Fr. ook in dit opzicht veel
beter waren geoefend. „Dasz bei der Ausbildung und Ausnützung aller
art. Methoden und Hilfsmittel dem Franzosen die weit höherstehende
Ausbildung seiner artillerie- und technischen Officiere unschatzbare Vor-
teile brachte, sei dabei nur nochmals besonders betont."
H.
11. MEDEDEELING.
Op Maandag 12 September a. s. 63/4 n. m. zal voor de leden
der I. K. V. en genoodigden in de Loge St. Jan te Bandoeng
door den oud Majoor der Genie van het Oostenrijksche
Leger Stieböck een voordracht worden gehouden over „De
geschiedenis van de versterkingskunst bij de Centrale
Machten gedurende den grooten oorlog.
Van enkele exemplaren Wetenschappelijk Jaarbericht
1920 zijn bij de post de adresbanden verloren geraakt.
Leden 1. K. V. die dit Jaarbericht nog niet hebben ont
vangen, worden uitgenoodigd, dit den secretaris-penning
meester per briefkaart te melden.
59