Was ik Legerbestuur mèt ruime middelen (O, ideaal), en wilde ik mijn reglementen goed „bij" hebben, dan zond ik naar de ver schillende landen, waar wat te leeren valt, eenige .geschikte offi cieren genegen behoeft niet, als ik ze maar uit zuinigheid niet laat verhongeren, is ieder officier genegen. Hadden die heeren dan de noodige kennis opgedaan, dan zouden ze bij elkaar komen en aangepast aan onze terreinen een reglement in elkaar zetten, zooals we er nog nooit een gehad hebben. Ze zouden niet de opdracht krijgen van elk land het goedkoopste te nemen. Het eeuwige bezwaar Is het misschien wat te duur (Alsof -ons hartebloed nog niet duurder ware)Wel, inplaats van de leerlingen der H. K. S. te detacheeren bij wat eens het Neder- landsche leger was, zou ik de heeren, (ik ben nog altijd een vrij bemiddeld Legerbestuur), op de bovenaangegeven wijze in de omliggende landen wat laten rondkijken. We behoeven geen oorlog, om wat te leeren uit de practische voorbereiding tót den oorlog van de naties, die „bij" zijn, door de ondervinding, opge daan in den wereldoorlog, valt voor ons genoeg te leeren Nog te duur Of het nut niet evenredig aan de kosten der detacheeringen Ik (nu geen legerbestuur meer) ben hieromtrent vrij zeker men leze maar de slot-alinea van het artikel van den kapitein MARCUS (minus de laatste vier regels dan) in het 1. M. T. 1921, Extra-nummer. S1NGKEL, 9 Juli 1921. DE J. 9. wVER DIENSTPL1CHTLEGER, AANGEWORVEN TROEPEN, JENEVER EN NOG WAT. In „Monatshefte fiir Politik und Wehrmacht" vond ik een artikel van Oberst Riensberg over „Onze aangeworven troepen en de Alkohol." Hoewel langdradig en voor ons weinig nieuws bevattend, is het epistel merkwaardig om het standpunt, dat schrijver inneemt tegenover aangeworven troepen en om het feit, dat de door hem aangeprezen middelen ter bestrijding van den Alkohol in het Duitsche leger, in ons Indië reeds geruimen tijd worden toegepast. De positie van den schrijver en de omstandigheid, dat een dergelijk tijdschrift het artikel opnam, wijzen op de noodzakelijkheid een opkomend alcoholisme in het Duitsche leger te bestrijden. Blijkbaar is de Wehrmacht niet ontkomen aan de algemeene verwildering, welk Europa en speciaal het midden- en oostelijk deel na den oorlog heeft aangegrepen. De door S. aanbevolen maatregel is zeker niet verwerpelijk, maar om meerdere redenen geven we verre de voorkeur aan ons voorstel. Red. 53

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 53