straffing van misdrijven en overtredingen, begaan tengevolge
van misbruik van drank
verwijderen uit het leger van drankzuchtigen
niet toelaten tot eene militaire verbintenis van personen, die
aangetast zijn door drankzucht
samenwerking tusschen officieren en doktoren.
Ten slotte somt de schrijver in een lang betoog de kwalen op,
die alkohol op lichaam en geest van den militair, tot nadeel van
leger en vaderland moet uitoefenen.
Gelukkig voor ons Indisch leger is het alkohol-vraagstuk van
minder belang geworden.
De drinkkebroers van wei-eer zijn verdwenen of uitstervend met
Jan-fuselier van het oude type.
De onderofficieren strijden in hun vereeniging een energieken
strijd tegen drankmisbruik en het zwaar-bitteren onder officieren,
een kwart eeuw geleden nóg in zwang, komt niet langer voor.
Betere inzienten 'inzake tropen-hygiëne, vergemakkelijken der
huwelijken van militairen en vooral de sport hebben bijgedragen
tot het goede.
De Europeesche militie zal de dalende lijn van alkoholgebruik
nog meer doen krommen, zoodat we in onzen strijd tegenover
Koning Alkohol er gunstig voorstaan.
Maar we hebben een ander kwaad, een specifiek Indisch kwaad,
waartegen we minstens even energiek moeten vechten als tegen
den alkohol n. 1. goedverkoopen, met annex dobbelen.
Of zou 't niet beter zijn te stellen dobbelen met als gevolg
goedverkoopen
In den laatsten tijd zijn uit militaire kringen meermalen pogingen
gedaan dit kwaad te belichten.
Doch mij is niet bekend of van de zijde der militaire Autoriteit
gereageerd wordt op de actie, uit den boezem van het leger voort
gekomen.
Middelen om het kwaad in het leger te bestrijden zijn voor de
hand liggend, doch hebben slechts één eisch n. 1. steun van het
strafwetboek (voor niet-militairen).
Ik doel hier op verbodsbepalingen voor invoer, aanmaak, en
bezit van militaire goederen en hare grondstoffen.
Waar m. i. de invoering der Inlandsche militie een kwestie van
tijd is, acht ik het niet voorbarig het „kwaad" thans reeds te be
schouwen, zooalc het zich in ons toekomstig militie-leger zal voor
doen.
Als we, met de invoering eener Inlandsche militie, grootendeels
de meer ontwikkelden in het leger krijgen, zal het kwaad van zelf
verdwijnen.
Worden echter uitsluitend of overwegend de onontwikkelden
voor de militie aangewezen, dan komt de Inlandsche dienstplich
tige op het zelfde peil als de hedendaagsche Inlandsche soldaat.
55