In tegenstelling met de meening van velen, die den tegenaan
val volgens het oude recept op de buitenflank van den hoofd
aanval willen richten en dan over de volle diepte, acht ik deze
handeling in strijd met de beginselen, die aan eiken aanval ten
grondslag moeten liggen, namelijka. op het voor den aanval
meest gunstige terrein; b. zoo verrassend mogelijk; c. op het
meest gunstige moment.
Wanneer de tegenaanval altijd gericht moet worden op de
buitenflank van den hoofdaanval, dan maakt de verdediger zijn
wil ondergeschikt aan dien van den aanvaller, doordat hij zich
het terrein door den aanvaller laat opdringen. Een der meest
kenmerkende eigenschappen van den aanval toch „de vrije keuze
van het aanvalspunt" wordt prijsgegeven. De verdediger heeft
zijn aanval wel vrijwillig opgeschort, maar met behoud van alle
voordeelen daaraan verbonden, waaronder behoort de keuze van
de meest gunstige aanvalsrichting. Aan de stellingkeuze dient het
doel, met de verdediging beoogd, ten grondslag te liggen. Is dat
doelhet verkrijgen van een beslissing, dan dient in de eerste
plaats het terrein het doen van den tegenaanval te begunstigen.
Het plan daartoe dient van tevoren te zijn opgemaakt; de aan
valsrichting van tevoren te zijn vastgesteld. Dit geeft den groot
sten waarborg voor een nauwe samenwerking van de inf. van
den tegenaanval met de art.-groep aangewezen tot steun van
dien aanval. Voor alles weten wat men wil, dan eerst is iedereen
georiënteerd en doordrongen van den wil van den bevelhebber.
„Der gröszte Übelstand aber war, dasz die Befehle sich
rein schematisch wiederholten. OberstBruchmüilerbehauptet
dasz von Reims an der Erfolg ausgeblieben sei, wei! die Geheimhal-
tung versagt habe. Unbeoingt zuzugeben ist, dasz die Preisgabe des
Geheimnisses auf den Miszerfolg mitgewirkt hat, allein ausschlaggebend
ist sie nicht gewesen. Fast alle Groszangriffe waren im Kriege hüben
und drüben vorzeitig bekannt geworden, sie bargen aber trotsdem noch
manches Geheimnis und konnten daher gelingen.
Der Angriff bei Reims barg für die Franzosen aber gar keine
Geheimnisse mehr. Zum 4 oder 5. Malewiederhol-
ten wir unser Angriffss c h e m a und erwarteten dasz der Gegner
dies Schema erneut hinnehmen und seinen Kopf gegen unser Zer-
störungsfeuer und unsere Walze hinhalten würde. Zwar hatten wir
selbst im Jahre vorher die Ausweichtaktik mit Erfolg angewendet.
Dasz der Gegner sie nunmehr auch gegen uns anwenden könne, blieb
auszerhalb der Erwagung artilleristischer Leiting. An Warnern hat es
nicht gefehlt. Flieger meldeten den Rückbau der feindlichen Artillerie.
Umsonst! Wir waren ja im Besitz des Siegesrezepts!
Nicht der Gegner, sondern wir waren bei diesem Angriff die Über-
raschten. Man liesz unser Feuer gegen die dünnen Vorstellungen ver-
puffen, empfing dann unseren Angriff aus ungeschwachter rückwartiger
Stellung und zwang den ungedeckten Angreifer rasch und empfindlich
zu Boden.''
12
(GEN. WACHTER).