tot een zich keeren tegen de invoering van een zoo werkzaam oorlogswapen als de gasgranaat. Waarom? Uit bittere noodzaak Ten slotte is toch in het algemeen doel van het gevecht: ver nietiging van den tegenstander met alle geoorloofde middelen. Is dus het gebruik van gasgranaten geoorloofd, dan zou het niet te verantwoorden zijn den vijand een voorsprong te geven door af te zien van het gebruik van een hoogst werkzaam, geoorloofd, oorlogsmiddel, uitsluitend omdat het ridderlijke in den mensch het strijdmiddel minderwaardig vindt. Tal van wettige oorlogshandelingen zijn te noemen, die uit een oogpunt van ridderlijkheid beschouwd geen onverdeelde instemming kunnen vinden en toch moeten worden verricht 2). Bij het bepalen of de invoering van een oorlogsmiddel toelaatbaar is, moet n. m. m. als eenige maatstaf dienen of het een wettig ge oorloofd oorlogsmiddel is. Een dergelijk middel het eigen leger te onthouden, uitsluitend uit hoofde van een gevoel van ridderlijkheid, zou n. m. nr. tegenover de eigen weermacht 3) niet te verantwoorden zijn. Voor ons leger acht ik de invoering van rook- en gasgranaten bij de art. beslist urgent. Uit het gestelde in het Wet. Jaarbericht zou kunnen worden vermeend, dat het gebruik van gasgranaten geen werkzaam oorlogsmiddel i s. Op blz. 34 lezen we toch, dat een oppervlakte van 100 M2 ongeveer door 50 granaten van 15 c. M. met gas- vulling bestreken wordt. Stellen we hiertegenover, dat volgens Fr. gegevens om een batt. te vernietigen (d i e als regel een frontbreedte van 50 M. heef t) noodig zijn: 500 a 800 schoten (naar den afstand) van 7,5 c. M. 400 600 12 c. M. 300 400 15 c.M. en volgens het D. „Gefechtsvorschrift für die Art." hiervoor op 300 schoten uit zware houwitsers wordt gerekend, dan is het n. m. m. duidelijk, dat de art. in het bezit van gasgranaten een overwegend voordeel bezit op art. niet met die projectielen uitgerust. Uiteraard zal een batt., waarvan het personeel van gasmaskers is voorzien, niet door gasgranaten worden vernietigd, maar zij wordt in elk geval tijdelijk buiten werking gesteld. Bedenkt men nu' nog de uitwerking, die gasgranaten tegen waarnemingsposten, batt.-posten voor de vuurleiding, mitr.-nesten, opstellingen van staven enz. kan hebben, dan mag n. m. m. uit O. i. is den aangevallene elk afweermiddel volkomen geoorloofd en is het zelfs af te keuren, indien hij niet al het mogelijke doet, en toepast, om den indringer het hoofd te bieden. Red. 2). O. a. het oorlogvoeren zelf. Red. 3). En het eigen Volk. Red. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 37