Bij de beproeving bleken deze kogels wel veel beter te voldoen dan de sedert 1916 aangevoerde met nikkelkoperen mantel, doch ook hierbij deed zich een enkele maal het verschijnsel van het afrukken van een deel van de mantel voor. De aandacht viel toen op de scherpere begrenzing van het groefprotiel der kogels, die aan de Hembrug gegroefd worden, dan van de kogels, die in Indië bij de P. W. gegroefd werden. Bij beschouwing van het groef- profiel van gepolijste langsdoorsneden van kogels met Hembrug en van die met P. W. groef onder een microscoop met 80-malige vergrooting sprak dit verschil in begrenzing zeer duidelijk, terwijl hierbij tevens uitkwam, dat het mantelmetaal in de randen der groef een belangrijke kleinere dikte had gekregen dan elders, zoodat overeenkomst gevonden werd tusschen deze zwakste plaats van den mantel en de plaats, waar afscheuring van een manteldeel gewoonlijk plaats vond. Naar aanleiding hiervan werd, spoeds halve telegrafisch, aan het Departement van Koloniën verzocht om de kogels ongegroefd te doen uitzenden, teneinde het groeven, evenals vroeger, weer bij de P. W. te doen plaats hebben. Eene verschieting bij den troep, bij wijze van proef, van 150.000 stuks patronen scherpe No. 1 met deze kogels samengesteld, om zekerheid te hebben dat zich geene ongevallen zouden voordoen als bij de kogels met koperen mantel het geval bleek, (zie B. O. 1919 blz. 23/24) gaf gunstige resultaten. Na beproeving van een van de Madsenfabriek ontvangen voor dat doel geëigende geweermitrailleur werd niet tot invoering besloten. Voor de bewapening van vliegtuigen zijn thans besteld: Vickersmitrail- leurs voor de bestuurders (ingericht voor het schieten door de schroef bladen) en Lewismitrailleurs voor de waarnemers. Beide wapens krijgen een kaliber als het Engelsche legerwapen 8 m.M.). Van de indeeling van geweermitrailleurs op Poeloeh-Weh werd afgezien. De compagnie strijders wielrijders werd van een sectie geweermitrail leurs voorzien. Van den fabrikant werden ontvangen een vlammendemper en een vlam- mendemper tevens terugstootversterker. Beproefd zal worden deze bruik baar te maken op de ingevoerde wapens, zoowel bij vuur met scherpe patronen, als bij vuur met losse patronen- met de bestaande munitie, daar met den vlammendemper de vlam aanmerkelijk minder zichtbaar wordt en de terugstootversterker beter voldoet dan de bestaande. Van den fabrikant werden ontvangen 3 patroonhouders waarvan een korte voor 25 patronen en twee ongeveer even lang als de bestaande voor 40 en voor 100 patronen. Deze patroonhouders waren eind 1920 nog in beproeving. Deze worden ontworpen voor het medevoeren van een karabijn aan het rijwiel. Uit Nederland werd een zending sabel- en speerbajonetten ontvangen voor het nemen van proeven om de bruikbaarheid van een karabijn na te gaan, die met bajonet even lang is als een geweer met bajonet. 52 Schieten uit vliegtuigen. Geweermitrailleurs M. 15. Karabijnklemmen voor motorrijwielen en rijwielen. Sabel- en speerbajonetten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 58