57 En zoo kunnen deze herhalingsoefeningen vrijwel mislukt genoemd worden. Zij zijn een mislukking te noemen omdat het doel niet is nage streefd; omdat er niet gebouwd is aan de bekwaming voor de oorlogstaak. Misschien is een herhalingsoefening van 14 dagen te kort, maar dat mag nooit een reden zijn om niet tenminste te trachten iets te bereiken." En verderop „Nu hebben zij in 14 dagen weinig of niets geleerd en zij vragen zich af, waarom die herhalingsoefening noodig was. Zij kunnen hun tijd wel nuttiger en aangenamer besteden dan met eten keuren, rapport innemen en meeloopen als sectiecommandant. Nog eens, de reserve-officieren moeten voor hun oorlogstaak bekwaamd worden. Daarvoor dienen in de eerste plaats de herhalingsoefeningen (er zijn ook nog andere middelen), die het karakter van een cursus moeten dragen en, ter tegemoetkoming van den reserve-officier, eenige malen per jaar op verschillende dagen gehouden moeten worden, om keuze mogelijk te maken. Op die cursussen worden zij dan onder de leiding van een bevoegd officier voor hun oorlogstaak bekwaamd. Zoo slechts zal men in oorlogstijd beschikken kunnen over voor hun taak berekende officieren." We vermelden verder het artikel: „Een hartsgeheim met een besluit", welk besluit inhoudt, dat reserve-officieren geen toesremming behoeven voor een huwelijk. S. zegt er van: „Er zuilen er zeker zijn voor wie deze inlichting waarde heeft." „Wellicht" en daarom juist rijst de vraag, of het in sommige gevallen niet beter zou zijn als de toestemming wél werd vereischt. Ten slotte zij met dankbaarheid vermeld, dat D. in de aflevering een pleidooi houdt om lid van de I. K V. te worden. D.B. 9. OVERZICHT VAN NED. TIJDSCHRIFTEN. In „Koloniale studiën no. 3 Juni, komt voor „Voedingsmiddelen op Java en Madoera", dat vele belangrijke gegevens bevat, welke voor de voedselvoorziening in oorlogstijd van nut kunnen zijn; o. a. vindt men hierin vermeld welke voedingsmiddelen in verband met groei-duur en voedingswaarde zich eigenen om in oorlogstijd te worden verbouwd. I n d. Gids Ju li, bevat een belangrijk art. „Gouverneur-Generaal of Legercommandant? waarin wordt besproken de kwestie van het opper bevelhebberschap van den eerste en diens verhouding tot den Legercomdt, waarbij meerdere voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis worden aangehaald om aan te geven, dat het beter is, dat in oorlogstijd de laatste als Opper bevelhebber optreedt. Het art. wordt vervolgd. I n Mavors J u 1 i, treffen we aan: „Plan tot reorganisatie van het mi litair onderwijs.", uitgaande van een commissie van leeraren van de K. M. A., welk plan de noodige stof wel zal doen opwaaien. O. i. is het be lang van het Indische leger wel wat op den achtergrond geraakt. Het art. „Maskeeringen" wordt beëindigd. Schr. bespreekt de schijnvuur- monden- schijnkampen en andere onderkomens en het maken van observatie inrichtingen. Hij komt tot de slotsom, dat het noodig is de camouflagedienst ook in Ned. te organiseeren. T. o. v. de verkenning uit vliegtuigen wordt aanbevolen zich zooveel mogelijk in bedekt terrein te bewegen of anders te gaan liggen wanneer een vijandelijk vliegtuig in het zicht komt; in één woord slagschaduwen te vermijden. „Aanvalswagens" wordt vervolgd, terwijl „Het Fr. Inf. reglement" een art. bespreekt, voorkomende in de Rev. d'inf. van Mei, welk art. in het volgende I. M. T. zal worden besproken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 63