middelen en paardenvoer vervoerd kan worden, nog meer noodig
dan voor een Br.
Tot zoover mijn opmerkingen over de voorgenomen regeling
van den etappendienst en wat daarmee samenhangt.
(slot volgt). A. DE WIT.
Majoor Int.
3. NASCHRIFT VAN DEN KAPITEIN C. M. J. TISMEER.
Door de welwillendheid van de redactie daartoe in staat gesteld,
meen ik niet te mogen wachten met het geven van de noodige
toelichtingen, teneinde verdere begripsverwarring te voorkomen.
Ontegenzeggelijk zijn de mededeelingen over de in te voeren
regeling van den dienst van af- en aanvoer in het W. J. '20 zeer
sober gesteld. De beperkte beschikbare ruimte dwong daartoe.
Het verheugt mij daarom, dat die regeling thans wordt aange
vallen door een op verplegingsgebied bevoegden schrijver, omdat
ik daardoor in staat gesteld wordt meer in bijzonderheden op be
paalde onderdeden in te gaan en meer licht kan laten vallen op de
motieven, die bij het vaststellen van de beginselen den doorslag
hebben gegeven.
In het bovenstaande art. toch worden die beginselen aangetast
en verder een samenstelling van de Alg. Treinen bepleit, die veel
overeenkomt met de bestaande toestanden. Voorwat betreft de
taak van den Br. Int. als verpl.-off., treedt S. verder in het krijt
voor eene opvatting, die naar aanleiding van de voorstellen van
de Comm., in het N. I. leger geheel verlaten is.
Ik zal beproeven zijn betoog te weerleggen. Waar zoo wel de
samenstelling van de A. Tn als de taak van de intendanten der
troepen te velde ten nauwste samenhangt met het aangenomen
stelsel van verpleging, is het dus noodig dit stelsel nader in oogen-
schouw te nemen. Op den voorgrond dient daarbij te worden
gesteld, dat het woord „verpleging" in den ruimsten zin moet
worden opgevat en derhalve te omschrijven is door „het ter
juister tijd en op de juiste plaats beschikbaar stellen van alles,
wat de troep tot het behoud van hare slagvaardigheid noodig heeft
en het zoo snel mogelijk verwijderen van alles, wat op die slag
vaardigheid een ongunstigen invloed uitoefent."
Dit komt neer op het aanvoeren van voeding, mun., uitrusting
enz., het aanvullen van het aantal inenschen en dieren en het
noodige mat., zoomede het afvoeren van zieken, gewonden, ge
vangenen, onbruikbaar en overbodig mat., troepen die door
verschillende oorzaken tijdelijk minder bruikbaar zijn enz.
Die aan- en afvoer eischt een goed werkende organisatie, veel
pers. en mat., terwijl de leiding van dien tak van dienst hare
18