dan het „maszregeln" van de troepen-intn door een H. Int., die geheel
buiten het leger staat en moet afgaan op wat onbetrouwbare
statistieken.
De functie van den troepen-int. wordt dus een geheel andere, dan
S. zich voorstelt. In de eerste plaats is de troepen-int. de adviseur
van den troepen-comdt in de verpl.-aangelegenheden in engeren
zin en controleert namens die troepen-comdt de uitvoering van de
verpleging. Men moet dit gedeelte van zijn taak niet onder
schatten. Verder is hij de leider van de distributie van af de et.-
eindpunten en ten slotte zal hem het verzamelen en het verstrekken
van bepaalde, in zijn gebied aanwezige, voorraden kunnen worden
opgedragen. Volgens de aangenomen beginselen wordt hij ook
leider van hef cantinebedrijf bij den troep, waarbij hij is ingedeeld.
Terecht wordt dit als een onderdeel van de verpl. beschouwd.
Eenig personeel zal hem daartoe organiek moeten worden
toegevoegd. Zoodra hij voor de distributie of het verzamelen van
voorraden personeel en materieel noodig heeft, worden hem daar
toe door den zorg van den et.-dienst tijdig de in de aangegeven
omstandigheden voor die werkzaamheden geëigende et.-formaties
toegevoegd. Hij behoudt over die formaties de volle beschikking
gedurende den tijd, dat dit noodzakelijk zal blijken te zijn. Het
door den kwartierm. afhalen van verpl.-voorraden op de hoofd-
verstr.-plaatsen (V. V. punt 255) zal n. 1. in de practijk dikwijls op
groote bezwaren stuiten en daarom zal het meermalen noodig zijn,
dat de verpl.-middelen zoo dicht mogelijk bij de standplaatsen van
de T. Tn. worden gebracht. De et.-dienst vervoert slechts
tot een bepaald punt. De schakel tusschen dat punt en de T. Tn.
vormen de bovenbedoelde formaties.
Heeft de troepen-int. zonder bekomen machtiging nimmer de
beschikking over de voorraden, die een factor zijn van het centrale
verplegingsplan, geheel anders staat het met verpl.-middelen, die
daaronder niet gerekend kunnen worden als versche groenten,
vruchten, bijspijzen enz. Waar het mogelijk is, zal de Int. wel
degelijk moeten trachten om die ten nutte van den troep aan te
wenden. In bepaalde eevallen zullen deze artn kunnen dienen ter
verbetering van de door den et.-dienst aan te voeren rantsoenen,
in andere gevallen zelfs ter gedeeltelijke vervanging daarvan.
In verband hiermede is het noodig thans een kort overzicht te
geven van het verplegingsstelsel, dat door de comm. is voorgesteld
en dat thans nog in behandeling is. Uitgegaan is daarbij van het
beginsel, dat aan allen, die tot het leger behooren of op een of
andere wijze in de verpl.-sterkte zijn opgenomen, van Rijkswege
volledig voeding wordt verstrekt. Op dagen, dat de verpl. met bij
zondere bezwaren gepaard gaat, als gevechts-, marschdagen enz.,
wordt aan allen hetzelfde rantsoen verstrekt. Dit rantsoen, dat
voldoende voedingswaarde heeft, is zoo eenvoudig mogelijk
21