Met de aanvulling van levensmiddelen is het echter geheel
anders gesteld. Behalve de levensmiddelen voor den loopenden
dag, heeft de troep ook de levensmiddelen voor het volgende
etmaal bij zich. Behalve dat zijn nog twee noodrantsoenen aan
wezig. Natuurlijk mag op deze noodrantsoenen geen verplegings-
stelsel worden gebouwd, doch als veiligheidscoëfficiënt, nadat de
et.-dienst gedurende een vol etmaal in gebreke is gebleken om in
aanvulling te voorzien, mogen die beide noodrantsoenen wel
degelijk in aanmerking worden genomen. Als norm zal de et.-dienst
evenwel geen stagnatie van een etmaal in de aanvulling van
levensmiddelen moge n hebben. Het is en blijft een kwestie van
vertrouwen in de werking van den etappendienst, of deze daartoe
in staat zal zijn.
Het zou mij thans te ver voeren, om aan te toonen, dat de uit
oefening van dien dienst inderdaad zoo kan geschieden, dat het
hoofdzakelijke vertrouwen gewettigd is. Ik meen te kunnen volstaan
met er op te wijzen, dat de kwetsbaarheid van de verbindingen
bij het organiseeren van dien dienst nauwkeurig in beschouwing
moet worden genomen.
Behalve het nemen van preventieve maatregelen om stoornissen
in den aanvoer zoo spoedig mogelijk op te heffen, zal het kunnen
voorkomen, dat de et.-dienst meerdere rantsoenen zoo ver mogelijk
op de etappenliin vooruitschuift en deze rantsoenen aldaar
hetzij geheel, of gedeeltelijk, in tijdelijke magazijnen op
legt, dan wel in mobielen toestand beschikbaar houdt.
Het zal in bepaalde gevallen zelfs noodig kunnen zijn, om van te
voren voorraden op bepaalde punten op te leggen, hetzij reeds bij
den aanvang van de mobilisatie, hetzij later, in verband met den
stratigischen en tactischen toestand. Die voorraden zullen zelfs
z. n. ter beschikking van de Br.-Intn kunnen worden gesteld.
Dit alles betreft evenwel eene interne aangelegenheid van den
et.-dienst en tast het beginsel „aanvoer van achteren door dien
dienst" niet aan. Het spreekt van zelf, dat een starre toepassing
van dit beginsel nooit tot gunstige resultaten zal voeren. Soepel
heid, gecombineerd met preventief handelen zijn onmisbare
factoren voor het verkrijgen van een gunstig resultaat.
Afgescheiden van het feit, dat het organiek toevoegen van
automobielformaties aan de Brigades in strijd is met het beginsel
„nonspécialisation des véhicules," is die toevoeging ten behoeve
van den boven beschreven verkapten et.-dienst uit den booze,
omdat de eenheid van handelen daardoor in het gedrang komt.
De Br. Comdt. moet zich niet zelf behoeven te redden. De et.-
dienst is daar om hem van het noodige te voorzien. Ik kan hier
nog aan toevoegen, dat het bij applicatorische behandeling op
de kaart en in het terrein van verschillende op de defensie
betrekking hebbende gevallen, gebleken is, dat in verband
met het beschikbare pers. en mat. bij den dienst van aan en
23