vóór de zóne, waarin de verkeerswegen door eigen troepen bevei
ligd zijn. Altijd kan verwacht worden, dat vijandelijke troepen
(cav., wielrijders enz.) langs die verkeerswegen in den rug van de
Legercav. optreden. Het achterblijven of achterlaten van den B.
T. kan dus aanleiding geven tot verlies van dien trein, omdat de
Legercav. daarbij geene dekking van beteekenis kan en mag ach
terlaten. De beveiliging van den B. T. zal dus moeten worden
verkregen door dezen trein zoo dicht mogelijk achter het gros te
doen volgen of hem in bepaalde gevallen er bij aan te trekken.
Door den Inspecteur der Cav. is er mede ingestemd, dat dit
alleen mogelijk zal zijn, wanneer die B. T. wordt vervoerd op
Austr. draagpaarden. Zelfs motorrijwielen met zijspanwagens
mogen niet worden geacht ten alle tijden te kunnen volgen. De
Legercav. zal wel degelijk meermalen genoodzaakt zijn zich buiten
de voor .motorvoertuigen berijdbare wegen te begeven, hetgeen in
de reeds meermalen genoemde uitwerking van een bepaalde op
dracht gebleken is. Trouwens z. g. landwegen worderj na regenval
reeds betrekkelijk snel onberijdbaar voor motorvoertuigen. De
gewoonlijk zeer slechte toestand, waarin de bruggen in dergelijke
wegen verkeeren, maakt bovendien het gebruik van auto's als
regel précair.
Daar het medevoeren van veel pakpaarden inderdaad talrijke
bezwaren met zich medebrengt, zal het aantal zoo veel mogelijk
beperkt moeten worden. Behalve enkele onmisbare voorwerpen,
zullen in hoofdzaak verplegingsmiddelen voor de paarden worden
medegevoerd, daar het personeel reeds voor drie dagen levens
middelen bij zich heeft. (V. V. blz. 157, noot). In overweging
wordt thans genomen om dien B. T. zoodanig te organiseeren, dat
zonder eenige manupilatie eene splitsing mogelijk is, teneinde in
bepaalde gevallen van af het opmarschpunt slechts een beperkt ge
deelte van den B.T. mede te voeren. Die gevallen zullen zich kunnen
voordoen, wanneer in de te doorloopen landstreek met zekerheid
verwacht kan worden op bepaalde punten of desnoods overal
voldoende levensmiddelen aan te treffen, terwijl als beginsel moet
worden aangenomen, dat de Legercav. van alle voorraden gebruik
kan maken. Het landsbelang vordert deze afwijking van den
algemeenen regel.
Wat nu de verdere verpleging door den zorg van den et.-dienst
betreft, moge het volgende dienen
Ten eerste zal de Legercav. niet, zooals de Majoor de Wit zich
uitdrukt, „zich zoo dikwijls geruimen tijd van de verplegingsbasis
moeten verwijderen." De sterkte van die cav. is zoodanig, dat na
enkele dagen met het restant teruggekeerd moet worden. Cav.,
die voor den strategischen ophelderingsdienst gebruikt wordt,
smelt als sneeuw voor de zon. Maar afgescheiden daarvan, zijn de
29