van die grondwetenschappen en verder van de instructeurs
kennis dier grondslagen
Bij de invoering der „Zweedsche heb ik gemerkt, hoe lastig
het is haar te beoefenen met kader, dat er geen tittel of jota
van kent, zelfs de grondslagen van het tot nu toe gevo gde stel
sel nooit goed onder oogen heeft gezien en door onkunde in
deze, vrij sceptisch over de invoering en over het stelsel- oor-
jeelt
Gewoonlijk placht men het tot nu toe gevolgde systeem het
Duitsche" te noemenik wil er echter op wijzen, dat het in
het V. G. O. neergelegde stelsel hoogstens een sterk ver
ouderd „Duitsch" stelsel mag worden genoemd terwijl het
Zweedsche" dat wij thans invoeren, het peil der wetenschap
heeft gevolgd. Ik zal dan ook niet spreken van het „^uitsche
stelsel,0 maar van het stelsel V. G. O.
Ik wil hier gevende voorbereiding van het kader tot de
invoering van het Zweedsche stelsel en wel in 3 theoretische
lessen (Dus Zweedsche in 3 lessen waarbij ik datgene, waarin
ik o-eslaagd ben om het aan het kader bij te brengen en de
wijze, waarop dit is geschied, zal vermelden, doch ook de pogin
gen, die gestrand zijn, met de vermoedelijke redenen daarvan,
niet zal vergeten.
De grootste moeilijkheid bij den aanvang is niet w a beha
deld, maar wat weggelaten dient te worden, wil men zich zelt
niet vastwerken.
Moge deze stof eenige belangstelling vinden bij alle jonge
officieren, die bij de invoering, naar ik vermoed, met dezelfde
moeilijkheden te kampen zullen hebben t>
Men verwachte geen wetenschappelijke „verhandeling over
de Zweedsche"-dat laat ik aan betere krachten-maar wel wat
en ongeveer h o e - en wat (althans voorloopig) met met het
kader moet worden behandeld, alvorens te beginnen.
De wetenschap wordt daarbij gelaten voor wat zij is, soms
wordt zelfs een beetje raar met de „clou" gegoocheld, doch hier
heiligt het doel het middel.
Dat doel ishet kader een zoo min foutieve voorstelling te
geven, als mogelijk is, van de grondslagen van het Zweedsche
stelsel en hunne belangstelling er voor wakker te schudden. Alle
wetenschap heb ik tot het allereenvoudigste beperkt-om te voor
komen, dat de eenvoudigen van geest tegen dat stelsel op gaan
zien.
Zelfs zij moeten het „waarom" kunnen begrijpen. Aan het eind
van de lessen moet hun eerste opmerking met zijn: „De luite
nant is toch erg knap" maar wel„Ik snap niet, dat de menschen
dat niet eerder'hebben ingezien" of iets van dien aard.
Ik zeg nogmaals juist in den eenvoud ligt de grootste mpeilijk-
heid.
32