Gaat men nu harder aan het werk. dan spannen en ontspan nen de spieren zich vlugger. Zij pompen dus a. h. w. het bloed in de aderen en naar het hart. Dat bloed moet echter nog door de longen om in het linkerhart te komen. Het hart gaat sneller wer ken om in de behoefte van de arbeidende spieren te voorzien De linkerkamer voert dus veel bloed weg en heeft nog maar matigen toevoer, dus een gebrek aan bloed na den aanvang der oefening in de linkerkamer en slagaderen. Tijdens het werken gaat het bloed ook vlugger door de longen, daardoor moet men vlugger ademen. Na het werken is er dus een groote hoeveelheid bloed, die naar het hart stroomt, en daarna door de longen naar de linker kamer gaat. De spieren hebben nu minder zuurstof noodig het hart voert dus minder af, en het gevolg is, dat de rechterhartkamer niet al zijn bloed meer kwijt kan, dus opzwelt. Na het geheel nog eens kort puntsgewijze te hebben herhaald, verdient het aanbeveling ,,het te laten uitleggen, echter niet door den snuggerste." Als regel zal men dan een vreemd verhaal van bloed en aderen krijgen, maar de hoofdzaak blijft wel bij. De overigen schudden tijdens dit verhaal het hoofd, die hebben het dus blijkbaar beter gesnapt—. We hebben hier dus eenige „storende" invloeden op de oefe ning en daarom moeten deze zoo klein mogelijk zijn. Dit verkrijgen wij bij de Zweedsche gymnastiek door de „inleidingsbewegingen" en de „eindoefening", of „afleidingsbe wegingen." Na de inleidingsbewegingen moet er gewerkt worden en flink doorgewerkt. Niet te lang rusten anders zouden zij nog niets geven. Wat doen wij nu bij die inleidingsbewegingen. lste. Wij beginnen met alle groote spiergroepen eens flink uit te knijpen, daardoor komt vóór den aanvang een grootere hoe veelheid bloed in de aderen, rechterkamer en longen en beschikt het hart bij den aanvang over een reserve-voorraad. Dit uitknijpen bereiken we door eenvoudige bewegingen met bee- nen, hals, armen en romp, die in matig tempo worden uitgevoerd, zoodat alle spieren zich langzaam maar goed spannen. 2de. Als wij nu nog geleidelijk den hartslag versnellen door een oefening met de groote spieren in een vlugger tempo, dan zijn wij voorbereid. Daarom geeft de Handleiding als lesprogramma A. Aandachtsoefening hanja kasi bangoen. B. Inleidingsbewegingen 1. eenvoudige beenoefening, 2. arm oefening, 3. halsoefening, 4. rompoefening. 5 beenoefening. 1 t/m 4 dienen voor het uitpersen 5 om den hartslag te regelen. Zien wij nu hoe mooi de Zweedsche gymnastiek in elkaar zit 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 37