5. NASCHRIFT.
Het aanvaarden van het Zw. stelsel bij leger en onderwijs (geen
proef) brengt nog niet met zich mee, dat al direct dit stelsel overal
zal kunnen worden toegepast en de Zweedsche gymnastiek kan
worden beoefend, zooals dat eigenlijk gewenscht is.
Over 't algemeen is men geneigd ook in deze te overdrijven,
wenscht men te vlug resultaten te zien laat ons dankbaar zijn als
we onder de huidige omstandigheden na een jaar of tien tastbare
resultaten bij het leger hebben verkregen.
Geleidelijk aan zullen we over meer en betere onderwijskrach
ten kunnen beschikken, zullen de toestellen worden vervaardigd
en aangebracht, zal het nut van de „Zweedsche" zich doen ge
voelen, zullen we tenslotte tengevolge van de verplichte lichame
lijke opvoeding op de scholen en daarbuiten, bij het leger krijgen
ook lichamelijk ontwikkelde mannen, zoodat we dan bij den troep
alleen de gymnastiek en de sport te onderhouden hebben
en ons meer op de zuiver mil.-practische oefeningen kunnen toe
leggen.
Maar zoover zijn we nog niet.
Juist in verband met het gebrek aan leiders, onderwijskrachten
en toestellen, werd door het Legerbestuur bepaald, dat de „Zw."
daar zal worden beoefend, waar zuiks mogelijk is en hoewel het
beter is, de Zw. G. niet, dan verkeerd te beoefenen, hangt
die mogelijkheid van beoefenen in zeer veel gevallen af van den
goeden wil en de ambitie van gezaghebbenden, offn en kader.
Wat bij den een wèl mogelijk is en ook geschiedt, heet vaak bij
den ander niet mogelijk, onder overigens dezelfde omstandigheden.
Daarom doet het aangenaam aan hier weer iemand te ontmoeten
met ambitie, goeden wil, zich beijverende zijn doel te bereiken,
door een weg aan te geven, hoe de moeilijkheden te overwinnen,
hoe tot resultaten te komen.
Moge het stuk een opwekking zijn, voor anderen om ook hun
krachten te beproeven, om ook hun denkbeelden over de wijze
van beoefenen van de Zweedsche Gymnastiek bij het leger ken
baar te maken meerdere wegen zullen hier gebaand dienen te
worden alvorens den meest practischen en besten te kunnen aan
wijzen.
J. W. M. DIEMONT.
42