Rev. d'Inf. Mei. Het arf. „Au Maroc" wordt bëeindigd; verder tref fen we aan„Les chars de combat francais'' (een technische studie) en „Travail d'application tactique", waarin weder een bepaalde tactische gebeurtenis wordt behandeld, doch dat o. i. te veel naar den loopgraven oorlog riekt. Van zeer veel belang is: „La 2ième partie du reglement provisoire de manoeuvre d'inf. 1 Febr. '20'' (zie Mavors Juli). Werd vroeger, zoowel bij verdediging, als aanval, voorgeschreven „Pour une unité engagée, le meilleur moyen d'aider les unités encadrantes consiste a poursuivre a fond sa propre mission et non a s'arrêter ou a reculer a leur hauteur", thans blijft dit slechts van kracht bij de ver dediging. De troepen houden overal stand tot het bevel komt om terug te trekken. Bij den aanval echter wordt voorgeschreven voorzichtiger op te treden. „Dans l'offensive, cependant, la nécessité de maintenir Ia plénitude du front d'attaque limite la progression de l'unité en flèche, après qu'elle a employé toutes ses reserves a tenir les intervalles qui se sont creés sur ses flancs. Elle s'arrête done avant que son encerclement ne soit possible. Elle repart dès que ce danger a disparu." De aanval wordt onderverdeeld in nadering, aanraking met den vijand en aanval (storm). Bij de eerste behoeft de inf zelf niet te vuren, doch neemt zoodanige formaties aan, dat zooveel mogelijk verliezen worden vermeden, waarbij ook te rekenen op mitr. vuur op groote afstanden. De aanraking (la prise de contact) omvat feitelijk het verkenningsgevecht, hetwelk dient om vast te stellen: „remplacement, la nature'et la force du dispositif qu'il a devant lui" N. h. v. een moeilijke, zoo niet onmogelijke taak v. w. b. het laatste. Dit gevecht zal door de voorhoede worden ge voerd, op de flanken gesteund door cav., éclaireurs montés enz. „ces éléments sont disposés en largeur, de telle sorte que tous les points im portants du terrain soient explorés." De voorhoede zal dus slechts een deel van de vijandelijke opstelling verkennen bij het oprukken zal zij ten slotte stooten op weerstand van de vooruitgeschoven elementen, zoodat zij tot het vuurgevecht moet overgaan. Deze vooruiigeschoven opstelling moet worden genomen hierbij zullen enkele secties, groepen, op grooten weerstand stuiten en niet verder kun nen oprukken, maar „les autres trouvent la voie libre et en profitent pour s'infiltrer hardiment dans les couloirs non battue" De oude wijze van optreden wordt dus wel t. o. v. de vooruitgeschoven linie toegepast. Bij den aanval op de eigenlijke stelling zal methodisch te werk worden gegaan; de lijn van opstelling van de voorhoede dient als uitgangs- lijn „les troupes d'attaque en débouchent non seulement par surprise, mais aussi, avec ordre et ensemble." De naderingsvormen dienen om verliezen te vermijden, de aanvalsvormen om de noodige vuurkracht te kunnen ontwikkelen. Deze laatste bestaan uit een „échelon de feu, dont font nécessairement parti tous les groupes de combat appelés a fournir des feux de front", daarachter de reserve in één of meer échelons, dus een dieptegroepeering, waarbij de res. échelons meermalen in staat zullen zijn nevenafdeelingen met vuur te steunen (n. o. m. in de eerste plaatsafhankelijk van den aard van het terrein). Bovendien moet de verdeeling der échelons zoodanig zijn, dat de achtervolgende onmiddellijk de taak der voorste kunnen overnemen. De mitr. kunnen over de troepen heen vuren of door de intervallen, „grace a la stabilité que leur procure leur affut-trépied;" de voorwaartsche beweging mag in geen geval door dit vuur worden gehinderd. Klaarblijke lijk worden dus ook hier de gew. mitr. zuiver als versterking van het inf. vuur beschouwd. De voorste lijn bezit, omdat zij een grillige vorm zal aannemen, min of meer „diepte," waarin z. n. de verschillende naast elkaar optredende 54

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 54