genomen van de voorstellen der Commissie, welke zich met de bestudeering van dit vraagstuk heeft bezig gehouden. Het sprak vanzelf, dat de Comm. ter oriënteering den blik wendde naar de legers van die landen, welke gedurende den jongsten oorlog een goed georganiseerden dienst van aan- en afvoer bezaten, en zooals te verwachten was, vertoont het door haar aanbevolen stelsel in hoofdlijnen hetzelfde beeld als het in die legers gevolgde systeem. Als het belangrijkste deel van het werk der Comm. moet dan ook beschouwd worden, de regeling der détails, in overeenstem ming met de bijzondere eischen, welke voortspruiten uit de gezagsverhoudingen in het N. 1. leger, de terreingesteldheid op Java, de ten dienste staande hulpmiddelen, enz. enz., en ik be treur het, dat dienaangaande ook wat de motieven betreft door welke de Comm. zich daarbij heeft laten leiden geen uitvoe riger mededeelingen zijn gedaan Thans is het voor belang stellenden moeilijk en min of meer gevaarlijk, zich over de voorstellen uit te spreken, daar achteraf kan blijken dat zij zich van de bedoelingen der Comm. een verkeerde voorstelling hebben gemaakt. Ik wil mij door die overweging echter niet laten weerhouden enkele opmerkingen te maken, doordrongen als ik ben van de belangrijkheid van het vraagstuk, en van de wenschelijkheid, dat ieder een steentje bijdraagt om de meest doeltreffende oplossing te verkrijgen, terwijl ik het bovendien noodig acht, de aandacht te vestigen op een andere, n. m. m. eveneens van groot belang zijnde verplegingsaangelegenheid, welke, nu de verplegingsvoor- schriften toch geheel herzien moeten worden, tegelijkertijd te regelen zou zijn, t. w. de instelling van Verplegingsoffn. Daarover straks nader. De Comm. schijnt het geheel eens te zijn geweest met de opvat ting van den Kapitein Tismeer (zie W.-J. 1918'19 blz. 227), dat een aanvoer onder centrale leiding, zooals bij het Fr. stelsel, te verkiezen is boven het Ned. waarbij de Etappen-inspectie, vanuit de Regelings-et.-plaats, hoofdzakelijk slechts den opvoer van levensmiddelen behartigde, terwijl bovendien nog recht- streeksche verzending van verschillende goederen (b. v. kleeding, nachtleger, munitie en art.- en genie-materiëel) plaats had, uit elders gevestigde depots en magazijnen. Eigenlijk echter, mag men hier van „een ander stelsel" niet spreken. In Fr. liep de weg vanuit de ver naar achteren gele gen depots en magazijnen vanzelf over de zich veel dichter bij de troepen bevindende R. E. P. In Ned. daarentegen werd om Was het niet mogelijk geweest, het voor het geheele leger van zoo groot belang zijnd verslag der Comm., v. z. v. de inhoud zich daartoe leent, in dit tijdschrift te publiceeren, b. v. op de wijze als geschied is met verslagen van groote manoeuvres en enkele expedities 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 9