Er is echter geen resultaat te verwachten, wanneer de dicht
heid onvoldoende is. Daarom mogen nimmer te uitgebreide
doelen worden aangegeven en moeten deze steeds scherp worden
aangewezen.
Veiligheidsmaatregelen.
1. Tegen giftige gassen. Wanneer het te beschieten
doel op meer dan 500 M. van de eigen troepen is verwijderd,
hebben deze geen nadeel van die beschieting te vreezen, hoe
ook de windrichting, of de vorm van het terrein is.
Is die afstand kleiner en kunnen de wolken door de wind
richting en den vorm van het terrein naar de eigen troepen toe
worden gedreven, dan moeten deze de maskers opzetten.
2. Tegen tranenverwekkende gassen. Bedraagt de
afstand weder 500 M., dan zullen de eigen troepen geen nadeel
ondervinden. De G., die deze gassen ontwikkelen, mogen echter
niet worden aangewend, als die afstand minder bedraagt, uit
hoofde van de lang aanhoudende werking der gassen.
Indeeling van artillerie.
Men onderscheidt een normale, een versterkte en een vermin
derde toevoeging.
versterkte toevoe
ging 1 stuk per 14
M. aan te vallen
front:
18 batt. per K. M.
8 dagvoorraden
waarvan 2 speciale
G.
Veldgeschut.
normale toevoeging
1 stuk per 18 M.
14 batt. per K. M.
6 dagvoorraden
waarvan 2 speciale
G.
verminderde toe
voeging.
1 stuk per 25 M.
10 batt. per K. M.
4 dagvoorraden
waarvan 1 speciale
G.
De behoefte
strektheid van
aan veldgeschut wordt berekend naar de uitge-
het aan te vallen front, opdat over het geheele
front de dichtheid van het afsluitingsvuur voldoende zij. De op
die wijze verkregen hoeveelheid wordt vermeerderd met een
zekere hoeveelheid om het noodzakelijke beschermend vuur,
vuur op oogenbliksdoelen enz. af te geven.
Zwaar geschut voor verni
versterkte toevoe- normale toevoeging
1 stuk per 35 M.
toevoe
ging 1 stuk per 25
M. aan te vallen
front:
10 batt. per K. M.
6 dagvoorraden,
waarvan 1 speciale
G.
7 batt. per K. M.
5 dagvoorraden,
waarvan 1 speciale
G.
e 1 i n g e n.
verminderde toe
voeging.
1 stuk per 50 M.
5 batt. per K. M.
5 dagvoorraden,
waarvan 1 speciale
G.
11