Loopgraaf mortieren.
serveerde terreinen.
3.5 batt. a ^stuk
ken per K. M.
4 dagvoorraden,
waarvan 1 speciale
Q.
Op de vleugels
worden vermeerderd
reserveerde terrei
nen
2.5 batt. a 12 stuk
ken per K. M.
4 dagvoorraden,
waarvan 1 speciale
G.
de aanvallende inf
op de daarvoor ge-
resserveerde terrei
nen
2 batt. a 12 stuk
ken per K M.
4 dagvoorraden
waarvan 1 speciale
G.
kan de hoeveelheid
H. G
3. TSINGTAU.
door
F. TREFFERS.
Een bandjir van beschouwingen op defensiegebied heeft zich
in het afgeloopen werkjaar in „Krijgswetenschappen" niet alleen
over ons nationaal polderland uitgestrekt, maar bereikte zelfs Java,
ja spatte over de hoogvlakte van Bandoeng heen.
En, gelijk bij iederen bandjir, was er veel van hetgeen uit het
slib aanvoerend water bezonk, vruchtbaar en van waarde, doch er
was ook vertroebeling en de sterke drang voerde in te rappe vaart
soms mee, wat beter ware blijven liggen.
Wanneer ik mij alleen bepaal tot het debat over de verdediging
van Indië (17 Febr.), dan is het eerste vreemdsoortige voorwerp,
dat ik tusschen het slib opraap, de bewering, dat „de regeling van
het defensievraagstuk thans veel minder dringend is, dan zij
langen tijd geweest is" (blz. 293), en verder dat „de geest,
welke leeft in de bevolking" voldoende zou zijn voor de verdedi
ging, omdat een leger te kort zou schieten „ondanks de meest
volkomen voorbereiding."
Hier treft bovendien weer het verwisselen van de begrippen
„verdediging van Indië" en „van Java." Hoe een bestuurswijze,
die niet tevens de verdediging voorbereidt, die verdediging kan
waarborgen, is mij onbegrijpelijk doch ik hoop verkeerd gelezen
te hebben.
Ook schijnt niet algemeen de waarde van de fronten van de
Bandoengsche hoogvlakte naar juistheid beoordeeld te worden
of bekend te zijn, (blz. 303 en 342). Vooral bleek dit uit de uit
drukking, dat „Bandoeng gemakkelijk kan worden afgesloten"
(blz. 70). Pijnlijk klonk het mij echter in de ooren, een stem te
vernemen, uit het Indisch Officierskorps, (eene zijde van waar men
13