De keuze van de ligplaatsen dei' havens, dokken, werven enz.
was geschied zonder rekening te houden met
mil. overwegingen. Terwijl de havenaanleg veel duurder
werd dan oorspronkelijk begroot was, begon de Rijksdag steeds
meer bezwaren te maken bij het voteeren van gelden. In 1901 was
een plan voor de bevestiging van het verworvene opgemaakt
moderne battn aan beide zijden van den ingang. Het bleek echter
veel te duur, vooral omdat een uitgestrekt landfront daarbij noodig
zou zijn, welk front weer een sterke bezetting zou eischen. Een
handige politiek zou hier het noodige tot behoud van Tsingtau
moeten bijdragen. Een klein kustfront zou vijandelijke
schepen op een afstand moeten houden. Men
scheen te vergeten, dat niemand dit zou aan
vallen, als het landfront onbeschermd bleef.
In 1900 bewees de Boxeropstand, dat het gevaarlijk was, niets
aan de verdediging aan de landzijde te doen en zoo werd besloten
tot het inrichten van een landfront, sterk genoeg tegen Chin, ben
den en geschikt om andere aanvallers zóó lang op te houden, tot
strategische of politieke invloeden, voortkomende uit den alge-
meenen toestand buiten Azië, den belegeraar tot het opbreken van
zijn beleg zouden dwingen. Bondgenootschappelijke invloeden
dus, handige politiek, die in de eerste plaats Japan „uns vom
Halse zu halten im stande sein muszte". (Der Kampf urn Tsingtau;
Kontreadmiral a. D. W. Vollerthum).
In 1907, terwijl op aandrang van den Rijksdag de bezetting
steeds verminderde, werd een som in eens toegestaan, rond 7
millioen mark f2 m. reservefonds, j/2 mobilisatie-fonds, 3y2 voor
munitie, mijnen, geschut en inrichting zeefront, zoodat overschoot
2'/2 m. mark voor 5'/2 K. M. landfront.
De Stelling.
Uit schets no. 2 blijkt de algemeene situatie voldoende, de
bewapening is in bijl. A beschreven.
Er waren meerdere liniën, welke voor de verdediging in aan
merking konden komen. De linie Iltis-Bismarck-Moltke-
bergen lag te dicht op de stad, de beter gelegen rij: Kuschan-
Taschan-Waldersee-Prinz Heinrich, op 7 K. M. van Tsingtau,
was te lang. Wel had een daarop gekozen stelling
het voordeel, dat het breede er vóór gelegen dal geheel beheerscht
werd, dat de aanvaller zich voor een veel breeder front zou moeten
ontwikkelen, doch de beschikbare middelen zouden niet toereikend
zijn geweest: er zouden een aantal gedetacheerde werken noodig
zijn, een veel grootere bezetting, meer art., en meer tusschenwerken
zouden moeten worden aangelegd, waarvoor geen geld
beschikbaar was gesteld. Er werd te veel
naar „de portemonnaie" gekeken, te weinig
er aangedacht, dat het betaalde een assu-
15