De insluiting en de artillerie strijd. Als voorbeeld van de werkzaamheden, waartoe de verdedigers tijd gewonnen hadden, diene het aan land opstellen van twee dei- zes 15 c.M. kanons van de „Kaiserin Elisabeth" met 50 m.M. schil den, op een bedding van beton en rails. De insluitingslinie liep op 5 K.M. voor het front langs de ver overde Kushan Prinz Heinrichstelling. In de eerste helft van Oct. werd de 18e Divisie versterkt met de 29e Brigade. Hiervan kwam het 67e Regt. op den rechtervleugel en bezette het 34e, met een batt., den omtrek van kaap Jaeschke, terwijl de cav. de verdere afsluiting voltooide. Echter was de insluiting verre van volkomen. Chineezen brachten herhaaldelijk brieven over en zelfs gelukte het aan reservisten uit Peking de stad binnen te komen. Bovendien werd over postduiven en over een draadlooze ver binding met het in Schanghai liggende Duitsche schip „Sikiang" beschikt. Aan de andere zijde was men via Sayville (Amerika) aangesloten aan het wereldnet. Op 10 Oct. wisten 2 offn door de linie heen te komen en Peking te bereiken. Vandaar konden zij o. a. de oorzaak van het lange talmen der Jap. seinen: de noodig geoordeelde vuurmonden en mun. waren nog niet aangekomen. Ook had de veldspoorbaan, evenals de steiger te Wangkotschwang, veel geleden door het slechte weer, zoodat de aanvoer een dag of 10 vertraging ondervond. Met dubbele kracht werd nu aan de verbetering van de D. linie doorgewerkt. Gelijktijdig werd echter de oorspronkelijk afgescheiden reserve nagenoeg geheel opgebruikt. Details omtrent de insluiting en den art. strijd zouden, hoe belangrijk zij ook zijn, hier te veel plaats vorderen. Er kon enkel op vliegerwaarnemingen en spionnenberichten gewerkt worden een gevolg van de ongunstige ligging der hoofdstelling achter de Prinz Heinrichbergen. Ais spionnen deden Chineesche politie agenten dienst, die zich telkens voor 1 of 2 dagen bij de Jap. als koelie verhuurden. Twee opvattingen bestonden bij den verdediger omtrent het gebruik van zijn munitie. De marine-artn. waren voor een spaar zaam gebruik in de beginperiode van het beleg. De iandartn. konden de waarde van hun weinig gedekte batte- r ij e ii niet zeer hoog schatten en wilden daarom hun over wicht in het aanvangstijdperk gebruiken om het opleven van 's vijands art. zoolang mogelijk tegen te gaan. De behoefte aan ervaren kust- en vesting artn deed zich ge voelen; een belangrijk deel van het regelend werk der vuur- bevelen konden de vertegenwoordiger van Krupp in China en de D. instructeur der Chin. art. op zich nemen. Het ging er in de eerste plaats om den vijand niet in lange vuurpauzen gelegenheid te laten door te werken. Een voort durend afzoeken en bestrooien van de naderingswegen, de pio- 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 25