zware mitr., iets wat in ons R. I. II nog ontbreekt. Aangaande
die innige samenwerking stip ik de.volgende punten uit dit voor
schrift aan. „De lichte mitrs maken een onafscheidelijk deel uit
van de compie; zij worden door den C. Comdt bij de sectiën
(half-sectiën) ingedeeld, die het eerst in het vuur moeten. De
betrokken comdtn van sectiën (half-sectiën) deelen overeenkomstig
vorenstaand beginsel de mitrs bij de groepen in" en verder „De
mitrs vormen de hoofdvuurkracht bij het inf.-gevecht." Ten slotte
nog als bewijs, hoe het optreden van den infanterist is samen-
geweven met dat der rnitr., de bepaling: „Al het kader en de man
schappen van de compie moeten de mitrs kunnen bedienen en
vervoeren." Dezelfde bepaling, doch alleen geldende voor het
kader, bevat het voorschrift voor de bediening en het vervoeren
van den zwaren mitr.
En elke infanterist en elke artillerist zal het genoegen doen te
zien, dat in de tactische en technische wenken voor de Landmacht
de nauwe samenwerking der twee wapens thans duidelijk is aan
gegeven. Want reeds in een der eerste paragrafen van dat boekje
staat: „Onder bescherming van en in samenwerking met de art.
nadert de aanvaller (waarbij ook de lichte en de zware mitr.)
bij dag de stelling zoo dicht" enz. Hieruit toch spreekt de meening,
dat de inf. het zonder die bescherming en samenwerking niet
meer kan stellen. Over deze samenwerking hoop ik U echter
hierna nog te spreken, nadat ik eerst het een en ander heb mee
gedeeld omtrent de hedendaagsche gevechtsvormen der inf., zooals
die thans worden aanbevolen in de mil. litteratuur of reeds zijn
vastgesteld in reglementen. Vooreerst geeft de samenstelling der
compie, als gevolg der verschillende eischen aan den infanterist
sedert den laatsten oorlog gesteld, een geheel ander beeld, dan
dat, wat onze Indische compie vertoont, waar elk man gelijk is
aan den ander. De sectiën der Ned. compagnie zijn samengesteld
uit 2 half-sectiën; elke halfsectie heeft op den rechter vleugel zijn
twee ordonnansen-seiners, daarnaast in het voorste en achterste
gelid de groepscommandanten, daarnaast 6 of 7 granaatwerpers.
De compie bestaat uit 4 sectiën plus twee groepen lichte mitrs
elk van 2 geweren. De sectiecomdt en de half-sectiecomdt zijn
door de onderlinge afstanden tusschen de verschillende onder-
deelen voor en in het gevecht veel meer zelfstandig dan vroeger;
zij bepalen den vorm, waarin hunne afdeeling ageert; slechts als
restrictie geeft het Ned. voorschrift „Aanwijzingen enz." aan, dat
slechts buiten bereik van de art. de marschvorm met vieren mag
worden behouden. En die marschvorm zal reeds op grooten
afstand moeten worden prijsgegeven. Een geschrift „Moderne
bewegings- en gevechtsvormen ten behoeve van de school voor
verlofs-officieren in Nederland" geeft naderingsvormen, die de
inf. reeds moet aannemen op 10 a 12 K.M. en raadt voor die
naderingsvormen aan die, waarin de inf. zich beweegt in afdee-
46