lingen, welke zwakker dan een sectie zijn, en door groote tusschen- ruimten van elkaar gescheiden, tevens eene smalle formatie aan de art. biedende. Hierdoor maakt men het der art. moeilijk een vernietigend vuur af te geven. De frontbreedte der compie wordt bij het aannemen eener dergelijke formatie aangenomen te bedra gen 200 a 300 M. Ons R. 1. II geeft nog als frontbreedte der compie bij het aanvallend gevecht aan 75 M., aldus een heel wat compactere massa aan het vernietigende vuur des tegenstanders aanbiedende. Toch zal het niet altijd noodig zijn op zulke groote afstanden als 10 a 12 K.M. reeds onze compn op te lossen. Gelukkig niet, want het tempo van oprukken zoude bedroevend langzaam zijn. Maar toch zal de inf. comdt in zijn handen mogen knijpen als hij die open formatie eerst op 4 a 5 K.M. behoeft aan te nemen. Deze opgeloste vormen toch geven alleen de mogelijkheid ten volle gebruik te maken van het terrein, en dat is noodig, want zooals genoemd geschrift zegt: ,,De eenige schutsbrief is de onzichtbaar heid, want alles wat zichtbaar is wordt getroffen. Dientengevolge moet men om vooruit te gaan zoo weinig zichtbaar zijn als slechts eenigszins mogelijk is. Dit kan overdag slechts gebeuren in zeer kleine open formaties, die van alle bedekte terreingedeelten gebruik maken en die zoo spoedig mogelijk open terreingedeelten pas- seeren." Daarom wordt op het gevechtsveld als normale nade- ringsvorm aangegeven de groepen met eenen uit de flank, waarbij de groepen geéchelonneerd zijn en de lichte mitrs zich in de voorste lijn bevinden. Kleine dekkingen kunnen de groepen met eenen uit de flank gemakkelijk opnemen, terwijl bij de tirailleur linie slechts een paar man van de dekking profiteeren. „Geen vijand zien en zich toch- onder een stortbui van art. projectielen en soms van mitr. vuur bevinden, is een karaktertrek van het huidige gevechtsveld," zegt het bovengenoemde geschrift met onderlijnd schrift. De naderingsvorm der groepen nl.: met eenen uit de flank, stemt overeen met den vorm, welke Gen. Joffre reeds in het begin van den oorlog als de meest doelmatige aangaf onder art.-vuur nl. de „colonne par un," eveneens wordt deze aangegeven in een Duitsch geschrift: Gesichtspunkte für die Gefechtsausbildung der Infanterie im Angriff: „Wegen der Kleinheit der Gruppe und ihrer Reihe kann man die Gruppenreihe (colonne met eenen) im Anmarsch durch das feindliche Art.-feuer sogar bei der vordersten Linie anwenden." Doch men kan niet altijd dekking blijven zoeken en met eenen uit de flank blijven^marcheeren. Men moet tot vechten komen, al moet de aanvaller trachten zoolang mogelijk vooruit te komen zonder het vuur te openen. Wordt dit noodig, dan zal men de verspreide formatie moeten aannemen en komt de tir.-linie op 4 a 5 pas te voorschijn. Gij zult zeggen: Ah ha, toch de tirailleur linie, al zijn hier de afstanden tusschen de menschen dan wat 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 47