tweede golf geformeerd. Moet het vuur worden geopend, dan
komen de 4 groepen, waarbij de lichte mitrs zijn ingedeeld (dit is
zooals ik reeds hierboven zeide bij elke half-sectie der voorste golt
één) in voorste linie en worden de verkenners ingetrokken. Daar
achter, op ongeveer 60 M. komen de tot die half-sectie behoorende
andere groepen, afhankelijk van het terrein, achter die voorste
groepen, dan wel achter de tusschenruimte tusschen deze. Op
200 a 400 M. achter deze eerste golf komen de twee andere sectiën
aanvankelijk in groepen opgelost, op groote onderlinge afstanden
en zoonoodig geéchelonneerd; de vorm, waarin de groep vooruit
gaat wordt geheel bepaald door den comdt, die in vredestijd
voortdurend opgeleid moet zijn eiken meter grond te beschouwen
met het oog op het terreinwinnen en het zoeken van dekking.
Mannetje voor mannetje, met groote afstanden met eenen achter
elkaar, met plukjes van 2 of 3, een sprongetje voorwaarts, slui
pende of wroetende, moeten deze groepen vooruit zien te komen;
een weg recht vooruit kan aan deze groepen niet aangewezen
worden. Vaak zullen er twee of drie bij elkaar zijn, waar het
terrein dit begunstigt; dit is niets als het onderling verband maar
blijft bestaan en de groepscomdt maar vooruitkomt, om ten slotte
de plaats te kunnen innemen tusschen de restanten van de eerste,
verbloede golf.
Ik kan eiken comp. comdt binnen de ruimte, welke ons R. I. II
ons ten deze laat, aanbevelen eens in dezen geest te oefenen. Ik
zelf oefende meermalen mijne compagnie volgens deze moderne
aanvalsmethode hoofdzakelijk ter opleiding van de groepscomdt,
voor wie in het moderne inf. gevecht eene zware taak is weggelegd
en ik heb telkenmale gemerkt hoe kader en manschappen vol
ambitie bij de oefening zijn, want ieder heeft wat te doen, ieder
heeft zijn hersens te gebruiken en ieder voelt, dat hij wat is en
iets zelfstandigs doet. En dat animeert. Het zoo mogelijk gedekte,
doch steeds handig terreinwinnen is naast juist schieten een der
hoofdzaken bij het hedendaagsche inf.-gevecht. Overal en altijd
zal het voorwaarts gaan lukken, als de infanterist handigheid heeft
in het gebruik maken van elk stukje terrein.
Ik wil U niet spreken over het optreden der grootere verbanden;
waar reeds de groep zulk eene zelfstandigheid heeft gekregen en
de compie eene uitgebreidheid zal hebben van 200 a 300 M. front
breedte, bij eene diepte van minstens 400 M., zal het gevecht wel
meestal bestaan uit het optreden van meer of minder zelfstandige
gevechtsgroepen, een a twee compn sterk. Doch het gevechtsveld
zal geen of slechts zelden doelen aanbieden, waarop wij onze
krachten beproefd en onze munitie verschoten hebben bij de
gezamelijke gevechtsschietoefeningen gedurende de „7 vette jaren".
Slot volgt.)
49