2. als rtfnie-o ntvaa gstation e 1 k radio-o ntvan gstation
gebruikt kan worden;
3. de werkingssfeer van een rtfniestn kleiner zal zijn, dan van
een rtlgiestn, dat met gelijke energie werkt, omdat een groot deel
der uitgestraalde energie niet benut wordt.
Is een stn ingericht voor tfnie, ongedempt gedempte tlgie en
zuiver ongedempte tlgie, dan verhouden zich de maximum te
overbruggen afstanden ongeveer als 1U/2: 3.
Onderling storen. Ten einde te bereiken, dat een ont-
vang-stn alleen de teekens van een bepaald zend-stn, waarmee
het wil werken, ontvangt, en niet tevens die van alle andere stns,
welke binnen zijn bereik liggen, wordt onder meer door de ver
schillende stns energie van verschillende golflengte uitgestraald.
Dit kan wellicht door het volgende fysische voorbeeld verdui
delijkt worden. Brengt men een stemvork van een bepaalde toon
hoogte (trillingsgetal) in trilling, dan zal een in de nabijheid
opgestelde stemvork afgestemd op dezelfde toonhoogte, in trilling
geraken. Andere in de nabijheid opgestelde stemvorken, die
voldoende van de eerste in toonhoogte verschillen, zullen dat echter
niet.
Zoo zal ook een goed ontvang-stn, dat b. v. afgestemd is op
1000 M. golflegnte, wèl de teekens ontvangen van een zend-stn,
dat met 1000 M. golf werkt, doch niet van een stn, dat een 1200 M.
golf uitzendt. Als dit laatste wèl het geval was, zou er nooit een
eenigszins intensief radioverkeer kunnen plaats hebben, tenge
volge van het elkaar onderling storen. Dit storen speelt vooral in
het militaire radioverkeer, waar dikwijls op een betrekkelijk
kleine ruimte een aantal stns moeten werken, die op technische
gronden beperkt zijn in de keuze van hun golflengte, een buiten
gewoon belangrijke rol; het is het groote bezwaar, dat een
algemeen gebruik van rtlgie en rtfnie op het gevechtsveld in den
weg staat.
Aangaande het onderling storen valt het volgende op te merken.
Rtfnie-stns onderling.
Deze moeten met een grooter onderling verschil in golflengte
werken dan de rtlgie-stns. Dit komt omdat een geoefend soundrist
de morseteekens van een stn kan uitluisteren, ook al hoort hij er
die van een ander stn (maar dan minder luid) doorheen. Het
begrijpen van een gesprek, waar een ander doorheen gevoerd
wordt, is echter veel moeilijker, wat dagelijks geconstateerd kan
worden bij het gewoon telefoneeren.
Rtfnie- en rtlgie-stns.
Rtfnieverkeer en rtlgieverkeer met gedempte golven zullen
elkaar onderling storen, indien er met gelijke of slechts weinig van
51