58 leeren; geen Javaansch en Maleisch schrift, een minimum grammatica en geen „hoogere taalkunde". De commissie geeft de voorkeur aan een algemeen internaat en is beslist tegen particuliere internaten. De K. M. A. blijve als zoodanig bestaan. Hoofdcursus opheffen. Cadettenschool. Hoewel de comm. uit een opvoedkundig oogpunt de opheffing gewenscht acht, zal voorshands om practische redenen de C. S. voor Indië (Indische jongelieden) niet gemist kunnen worden. Blijkt latei- voldoende toeloop direkt naar K.M.A. dan dient opheffing C. S. te wor den voorbereid. Centrale Cursus en Mil. School Mr.-Corn, handhaven. Beide inrichtingen moeten opleiding geven tot le jaar K. M. A. en voor 2e jaar v. w. b. Mil. adm. Overgang van verlofskader (geen offn) naar K. M A. moet mogelijk zijn en worden aangemoedigd. Zooals gezegd: eene drie-jarige opleiding uitsluitend aan tie k.M.A. voor alle wapens lijkt ons den aangewezen weg. De adspiranten voor de opleiding zijn de jongelui met eindexamen H. B. S. 5-jarige of gelijk waardig diploma, res.-kader, militie- en landweerkader beneden den ïang van off., die aan bepaalde eischen voldoen en wijders abituriënten van de Mil. School te Mr.-Corn., den Centralen Cursus te Kampen en de C. S. Behoud van den Centr. Cursus is gewenscht omdat voor jongelui, die niet slagen voor Alkmaar of daarvoor geen examen kunnen doen, de ge legenheid moet openblijven door het leger den off.-rang te behalen, indien zij door voortgezette studie als korporaal of sergeant de bekwaamheden deelachtig worden vereischt voor de K. M. A. Hoe men in het leger dit regele, is bijzaak, doch hoofdzaak moet blijven, dat zij bij toelating tot de K M A. in wet. ontwikkeling niet achterstaan bij hen die van Alkmaar of wel uit de burgermaatschappij of als reserve-verlofs en militiekader tot de K. M. A. worden toegelaten. De opleiding te Alkmaar, de militaire kostschool, heeft geenszins de sympathie van de commissie, doch voorshands kan de C. S. uit practische overwegingen voor de opleiding totlnd. off. niet gemist worden. De lnd. ouders, die thans hunne zoons toestaan, in Indië examen te doen voor de C. S-doen dat omdat zij hunne kinderen in Holland in veilige haven weten. Gelet op het tekort aan offn, dat thans pijnlijk wordt gevoeld, mag men geen enkele bron dichtstoppen. Zoodra echter vol doende toeloop tot Breda blijvend zal zijn verkregen, ware de opheffing der C. S. voor te bereiden. De Mil School Mr.-Corn. moet gehandhaafd worden. Eerstens om ge lijke redenen als die welke gelden voor de handhaving van den Centralen Cursus h. 1.1. Tweedens om de lnd. ouders die hun zoons niet naar de C. S. willen zenden een zelfde gelegenheid in Indië voor de opleiding tot de K. M. A. te verzekeren. De zeer gunstige resultaten met de gereorgani seerde Mil. School de laatste jaren bereikt pleiten op zichzelf reeds voor het behoud van deze mil. onderwijsinrichting". Waar de Comm. vermeent: „dat het afnemen van de ambitie om otticier te worden tengevolge van pacificitische, ethische en andere tijdsomstan digheden een factor van zoo geringe beteekenis is, dat zij verwaarloosd mag worden mits'V vragen we ons af of zij die factoren niet een weinig onderschat. Intusschen valt tegen die factoren even als tegen wellicht andere imponderabele tóch niet te vechten. Voor de Mil. adm. wil de Comm. met 2 jaar opleiding volstaan, tenzij de aspiranten tevens zouden worden opgeleid tot verpl. off., alsdan zou de Int. cursus op 2 jaar gebracht kunnen worden. Tegen een en ander hebben we beslist bedenkingen. O. i. is de Comm. door een kortere opleiding te vragen voor bedoeld dienstvak inconsequent, zij laat daarbij toch het be ginsel van voor allen een gelijken opleidingsduur los. Men houde ook de offn der Mil. adm. hoog!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 58