66 de eerste lijn moest in ieder geval tot het uiterste worden verdedigd, hoewel zij door een min. sterkte aan troepen werd bezet. De D. troepen waren beter geoefend in het verrichten van pionnierwerkzaamheden. Het nut van een 2de stelling bleek bij de aanvallen der Geallieerden op 25 Sept. '15; niettegenstaande alle pogingen waren aangewend om de verrassing tot haar recht te doen komen en men een aanvalsstrook had uitgezocht waarin zich geen dorpen bevonden „en raison de l'impossibilité pour notre art. de bouleverser les points d'appui naturels" liep de aanval dood op de 2de stelling. Het bleek zeer moeilijk bij den aanvaller tijdig de reserves in te zetten en de art. te laten inwerken op de 2de stelling, (het art. wordt vervolgd). „L'officier d'état-major" geeft aan welke eischen aan een stafoff. behooren te worden gesteld en op welke wijze zulk een off. zich in vredestijd moet trainen. In Mil. Wochenblaat 30 Juli, wordt besproken een art. voor komende in een Sonderheft van Wissen und Wehr „Über die Folgen des aangelehnten Angriffs und die Verteidigung im Bewegungskriege". Het onderscheid tusschen bew.- en stellingoorlog wordt zoo zuiver mogelijk daarin weergegeven. Schr. verwerpt de „Ausweichtakiik", den troep moet het beginsel weder worden geleerd: „Verteidigen heiszt Stellung halten, wie und wo es auch sei". De bespreker van het art. zegt hieromtrent „Für den Bew. krieg ist seinem Grundsatz unbedingt zuzustimmen". Geen vooruit geschoven stellingen; de stelling moet bestaan uit „einen sorgsam dem Gelande angepaszten System von Widerstandsnesiern die sich gegen- seitig flankieren". Alle beschikbare middelen moeten worden aangewend tot een „einheitlichen, ltickenlosen Vernichtigungsfeuer". Schr. kant zich verder tegen het begrenzen van den aanval; nieuwe gev. vormen worden gegeven, waarvan wordt gezegd: „denen Aussicht auf Erfolg nicht abzusprechen ist". Monatshefte fur Politik und Wehrmachtjuli, bevat „Kritische Beitrage zum Weltkriege", waarin het boek van Gen. Tappen „Bis zur Marne 1914" aan een bespreking wordt onderworpen, t. a. v. de handelingen en nalatigheden van de O H. L. „Aus der „Schlaeht zur Offen sive" bespreekt de handelingen van het K. u. K. A.D. K. tijdens het offen sief in 1917 tegen Italië. Erkend wordt dat het der hooge leiding onmogelijk was invloed uit te oefenen in het tijdperk onmiddellijk na het gelukken van de doorbreking; toen de Oostenr. troepen de Tagliamento bereikten was het tijdstip aangebroken om de leiding weer in handen te nemen. Dit ge schiedde echter niet, met gevolg dat het offensief tegen de Piave dood liep. Rev. de Cav. J u 1 i/A u g. „L'orientation de la cav." behandelt het gebruik van de cav., opent evenwel geen nieuwe gezichtspunten. „Les autos-mitrailleuses de cav." bespreekt de ontwikkeling en het gebruik van deze strijdmiddelen en de eischen, welke eraan zijn te stellen. Werden in het begin van den oorlog gew. personenauto's gebezigd, later eenigzins geblindeerd, al spoedig ging men er toe over speciale auto's te construeeren. Aan ieder cav. div. werden 3 groepen a 3 secties a 4 auto's toegevoegd; de Div Comdt kon dus bij een afd., welke een bepaalde opdracht kreeg de noodige secties dan wel groepen indeelen. „L'auto-mitr. de cav. ne doit pas être assimilé au char de combat. Elle est un engin rapide a grand rayon d'action, fait pour rouler normalement sur les routes et destine a renforcer, par la puissance et la soudainité de ses feux, accrues encore par la protection de "matérie!, et de son personel, les détachements de cav. Comme I'arme a laquelle est rattachée d'ailleurs, elle trouvera ses emplois les plus fréquents et les plus efficaces avant ou après le bataille ou plus exactement les batailles, ainsi que dans les intervalles ou sur les flancs de celles-qi". Meerdere voorbeelden uit den gr. oorlog worden aangehaald, waaruit blijkt, dat dit strijdmiddel dikwijls

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 66