gens zichtbaarheid uit zee groen geverfd. Gronddekking grooten-
deels weggeslagen en gewapend beton gedeukt door 28 c.M.
voltreffer. Andere localen, die goed gedekt lagen, hadden maar
80 c.M. gewapend beton.
Infanterie werken: Open borstweringen, die in front
bekleed met gewapend beton, waarvan ook de rugweren (0,30)
gemaakt waren. Bomvrije onderkomens: gewelven 2 M. dikte,
waarop 1,5 M. grond. Enkele werken bomvrije schuilplaatsen
onder den wal. De borstweringen der zijfronten bij I. W. 1,2 en
5 in tijdelijke materialen. De bomvrije werken hadden (ook
dank zij hun verspreide ligging) volstrekt niet geleden; alleen in
1. W. 5 ontstonden scheuren, die de bezetting „Sorge machten".
Nut van plaatijzeren binnen bekleeding! De vuurlijn ernstig be
schadigd, vooral no. 4; bij no. 3 minder. Echter zouden de op
stellingen nog wel bruikbaar geweest zijn, als de aanvallers zoo
dicht genaderd waren, dat het artillerievuur op het werk gestaakt
zou moeten worden. (De nachtelijke bestorming van no. 4 kostte
in één uur 100 dooden en gewonden bezetting ongeveer 200
geweren). Echter waren de gemeenschappen in de
werken nietgedekt.
De tijd. waarn. posten met hor. dekking 0.30 gewapend beton,
wanden 0.25 id., ingelaten in gronddekking, diameter 1.60: alle
opgeruimd. Alleen de gepantserde opstelling in I. W. no. 2 bleef
tot het laatst bruikbaar. Gedekte flankeeringsinrichtingen van de
hindernis waren niet aangebracht. In schans no. I had men tijde
lijke dekkingen van spoorstaven en zandzakken boven de infante-
rieopstellingen aangebracht en boven de gemeenschappen een hor.
dekking van 15 c.M. balken, waarop 1.50 M. grond moest komen
(doch welke wegens tijdsgebrek nog niet was aangebracht). Alles
vernield.
De scherfvrije blokhuizen waren op 4 Nov. alle onbruikbaar.
Waar volgens de regels der kunst gewerkt was, waren onder
deden verkregen, die tot het laatst toe hun rol konden vervullen.
Waar (noodgedwongen) getransigeerd was, hetzij met de eischen
der versterkingskunst, der ballistiek of der tactiek, bleek die theorie
grau!
4. GEDANKEN ÜBER JAPANISCHE TAKTIK UND STRATEGIE.
Meine Ansichten über die Eigenheiten der japanischen Truppen-
führung gründen sich auf d"as Studium des russisch jap. Krieges,
der jap. Manövervon 1908—13, auf meine warend eines militari-
schen Kommandos nach Japan und schiesslich im Kampf um
Tsingtau gewonnenen Erfahrungen.
Im Kriege 1904|5 sind die jap. Armeen den Heerstrassen des
Krieges 1894|95 folgend gegen Mukden und Port Arthur einem
standig weichenden, zahlmaszig oft unterlegenen Gegner nach-
gezogen, sie haben in zwei Kriegsjahren einen Raum von rund
32