56 Revolutionairen zijn meestal menschen die geen kans kregen aan de evolutie mee te werken. Waar constructie verhinderd wordt, werken de krachten in destructieven zin. De soldaat in het oude Indische leger we wezen er reeds op kón zich uitlevenhad volop emoties, perspectieven, ontladingsmogelijkheid. Heeft men toen die emoties uitbleven, toen die perspectieven verbleek ten, toen hij in meewerkenden zin zich niet meer kon uitleven hem met wat anders schadeloos gesteld? Meerdere soldy alleen helpt hier niets, omdat het de onderdrukte krachten eer in de slechte richting helpt duwen, dan in de goede kanalizeert. Sa larisverbetering is niet de eenige oplossing van arbeidsproblemen deze ligt meer in ideële, dan in materiëele richting. Ook in ons Ind. Leger. De Eur. vrijwilliger moet niet verdwijnen maar veranderen. Zooals hij nu is, is hij een anachronisme, maar hij zal met zijn tijd meegaan". Geheel zijn we het hiermede eens. Dat „jan," de Jan is van thans en dat Jan haast niet meer te krijgen is, het is voor een groot deel niet zijn schuld. Men zie t. z. ook de inleressante, zij 't in zeker opzicht niet-sym- pathieke brochure „Regen". Daarna volgt een populair verhaal van een bezoek aan het It. front, dat zich prettig laat l.ezen. Kapt. v. Renesse geeft een aantal uitspraken 'allen wijzende op het ge wicht van een goeden Int. dienst en op het moeilijke en ondankbare van dien dienst. S. stelt zich voor telkens in het Orgaan citaten te geven, die betrekking hebben op de verpleging te velde. We komen nu tot het VERSLAG van de Comm., ingesteld door de vertegenwoordiging in Ned. van de N. I. O. V., ten einde een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop het Mil. Onderwijs met het oog op Indië zou kunnen worden herzien. De quintessence is reeds door de dagbladen gepubliceerd, zoodat de lezer er al in groote trekken mede kennis maakte. Hoewel er veel voor voelende om het verslag in een afzonderlijk art. te behandelen, zullen we om „redenen van zuinigheid" volstaan met in dit overzicht enkele aan halingen en aanteekeningen op te nemen. Vooral het volgende lazen we met genoegen „Hoewel de Comm. van oordeel is, dat in de toekomst een off. opleiding in Indië niet zal kunnen worden gemist, ook uit een politiek oogpunt, is zij er echter beslist van overtuigd dat nog gedurende vele tientallen van jaren ook een opleiding tot officier voor het Ind. leger in Ned. zal moeten plaats vinden. De uit Ned. te importeeren offn. kunnen voorshands in Indië niet worden vervangen." (o. i. niet alleen „ook" maar „uitsluitend"). „De comm. is van oordeel, dat bij ieder plan tot reorganisatie tevoren het vraagstuk van den verminderden toeloop moet worde n opgelost. Want naar haar oordeel kan deze verminderde ambitie niet dan wel slechts voor een zeer gering deel worden toegeschreven aan gebrekkigheid of onvolkomenheid van dat onderwijs. Terwijl bovendien h. i. een reorgan. weinig zin heeft, indien men niet tevens zorg draagt, dat een alleszins voldoende en zelfs zeer ruim aantal candidaten zich voor dat onderwijs zal aanmelden. Zij is dan ook van meening dat het vraagstuk van een zeer ruim aanbod voor de werkkring van off. in onverbrekelijk verband moet staan met iedere onderwijs-organ. H. i. zal de toeloop van candidaten onvoldoende blijven, tenzij de positie van den off.zoowel in mat. als in i d e e 1 e n z i n, goed en soliede geregeld is en ook geregeld b 1 ij f t, de mat. toekomst (een goed pensioen) verzekerd zij en er bovendien voor worde gewaakt dat de off.-positie weer op dezelfde wijze in aanzien kome bij het betere deel der burgerij, zooals dat vroeger steeds het geval was."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 56