onderteekening door de vier betrokken delegaties, terwijl onder- tusschen ijverig onderhandeld werd over het Yap-vraagstuk c. a. Daar het mijn bedoeling is alleen het vraagstuk der bewapenin gen te bespreken, zal ik over het nieuwe viervoudige verdrag, waarvan de ratificatie nog wel heel wat voeten in de aarde zal hebben, niet uitweiden, doch ik wijs er alleen op, dat een paar dagen na de onderteekening van het verdrag, n. 1. op 15 Dec., Hughes bekend kon maken, dat de drie groote zeemogendheden over de sterkte harer slagvloten tot overeenstemming waren ge komen en dat de verhouding zou zijn, zooals oorspronkelijk voorgesteld, n. 1. ongeveer als 5:5:3. Aan de wenschen van Japan was in zooverre tegemoet ge komen, dat het de „Mutsu" zal behouden, waarvoor echter de eerst toegestane „Settsu" gesloopt zal worden. De V. S. behouden in plaats van de „Delaware" en de „North Dakota" de in aanbouw zijnde „Colorado" en „Washington", terwijl Gr.-Britanje twee schepen van het type „Royal Sovereign" mag bijbouwen, mits niet grooter dan 35.000 ton. Indien het hiertoe overgaat, worden de „King George V", de „Erin", de „Ajax" en de „Centurion" gesloopt De gezamenlijke waterverplaatsing van de drie slagvloten wordt dan voor het Br. Rijk 539.450, voor de V. S. 525.850 en voor Japan 301.520 ton. Weldra kwam uit Japan het bericht, dat de groote werven aldaar rekening hielden met de verwachting, dat het bouwen van groote schepen voor- loopig gestaakt zou worden. Het ligt voor de hand aan te nemen, dat concessies op ander gebied Japan met deze schikking genoegen hebben doen nemen. Het vraagstuk van de vlootstations en dergelijke versterkingen in den Stillen Oceaan zal hierbij wel ter sprake gebracht zijn; reeds bij het begin der conferentie verluidde, dat Japan den „naval holiday" van tien jaar ook op versterkingen in den Stillen Oceaan wenschte toegepast te zien. Het valt niet te ontkennen, dat uit breiding en volmaking van de versterkingen op Hawaii' en de Philippijnen Am. tegen Japan gerichte ondernemingen begunsti gen en het door de pers verspreide gerucht over een groot Br. vlootstation te Singapore heeft in Japan wellicht een zekere zenuw achtigheid veroorzaakt; men heeft in het Land van de Rijzende Zon altijd groote belangstelling gehad voor den zeeweg, welke van den Indischen Oceaan tusschen Malaka en Sumatra naar de Chineesche Zee voert. Dat de drie groote zeemogendheden over de samenstelling harer slagvloten tot overeenstemming gekomen waren, was een belangrijke stap in de goede richting, maar de groote moeilijkheden waren nog niet overwonnen. Uit Balfour's rede op 15 Nov. was al gebleken, dat het verkrijgen van overeenstemming over het z. g. klein materiëel veel meer zeemanschap zou kosten en dan was er nog het vraagstuk der marinevacantie. Maar de meeste zorg baarde de houding van Fr. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 17