de verpleging te velde toch ook een rol al is het een zeer be scheidente vervullen hebben. Te dien aanzien verwijs ik in de eerste plaats naar hetgeen gezegd is over de noodzakelijkheid om de op den Br. Int. rustende verantwoordelijkheid te verdeelen, terwijl ik mij voorts een kleine aanhaling veroorloof uit het reeds meer genoemde werk van Nony: „Rien n'est préjudiciable a la bonne exécution du service comme de ne pas se sentir entièrement sous la dépendance du chef de ce service. C'est la première et indispensable condition pour obtenir un rendement convenable des travailleurs." Ik ben misschien eenigszins uitvoerig geweest in mijn uiteen zetting van de moeilijkheden, welke aan'de uitoefening van den verplegingsdienst te velde zijn verbonden, doch al valt daar mede de conclusie uit te trekken, dat in den loop der jaren veel onbillijke kritiek op de Int. werd geleverd 1), het was noodig, en het ge schiedde uitsluitend om aan te toonen, dat in de verpleging te velde op geen andere wijze doeltreffend voorzien kan worden, dan door het aanstellen van Verplegingsofficieren. Tot dusverre werd die functie voor 9| 10 gedeelte door de Br. Intn vervuld, en ik meen te hebben aangetoond, dat die toestand niet bestendigd kan blijven. Bij de manoeuvres, och, dan kunnen de Intn de zaak nog beschouwen als een zure appel, waar zij door heen hebben te bijten, maar de organisatie van onzen verplegings dienst behoort ingericht te zijn op tijden van oorlog/en iedereen zal met mij doordrongen zijn van de noodzakelijkheid, dat bedoelde dienst dan, met het oog op de groote belangen welke ermede ge moeid zijn, goed en zeker werkt. Zooals de toestand nu is, is het gevaar groot, dat men weinige weken na de mobilisatie over geen enkelen Int. officier meer zal hebben te beschikken. Daarover denke uien niet te licht, men meene niet dat een willekeurig tioepenofficier of burger hun taak gemakkelijk zal kunnen overne men. Wat ik tot dusverre over den werkkring der Int. meedeelde, mag misschien bij sommigen die gedachte hebben gewekt, doch liet is zoo niet De jongste oorlog heeft weliswaar bewezen, dat men het bijna in alle betrekkingen in het leger met „gezond ver stand" ver kan brengen, vooral waar het organisatie betreft, doch voor een behoorlijke vervulling van de Int.-taak in haar vollen omvang, wordt ook veel exacte kennis op velerlei gebied ver- eischt 2), en in Indië zal het niet zoo gemakkelijk vallen als in Dat de troepenofficieren, die altijd zoo klaar stonden met hun critiek op de mt., zich eens afvragen, wat er van hun reputatie over zou blijven, indien de door hen bij de oefeningen gemaakte fouten en tekortkomingen, al waren het alleen die, welke in een werkelijken oorlog het mislukken van een onderneming of verlies van menschen- Jevens tengevolge zouden hebben, op dezelfde wijze aan 't licht traden als die van de Int. Wie er belang in stelt, verwijs ik naar de opsomming door Nonv gegeven in „L'Intendance en Campagne" blz. 30. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 25