gezegd kan worden, dat de Vpl.-offn in dit opzicht de taak van
den Br. Int. zullen overnemen, dan wel, dat zij hem in staat zullen
stellen die taak op doeltreffender wijze te volbrengen.
Ten overvloede moge dan nog opgemerkt worden, dat, al beko
men wij een goed georganiseerden Etappendienst, die voor allen
aanvoer van achteren zorg draagt, de Br. (Div.) Int. toch in geen
geval gemist zal kunnen worden als rechterhand van den Br. (Div.)
Comdt in alle verplegingsaangelegenheden, en als de persoon, die
den verplegingsdienst heeft te leiden, en gereed moet staan om
waar 't noodig is, in te grijpen en maatregelen te treffen.
Alles samenvattend zal, naar ik hoop, iedereen thans inzien,
welk een nuttige rol de Verplegingsofficieren ten aanzien van de
voeding van den soldaat te velde kunnen vervullen. Zij toch
staan den troep zooveel nader, en zijn daardoor
zooveel beter dan de Br. Int. in de gelegenheid de behoeften en
verlangens te leeren kennen. Zij kunnen den Int. daaromtrent in
lichten en in tal van gevallen buiten deze om, raad schaffen en
helpen. Zij zullen op den volledigen steun en medewerking van
den Korpscomdt in het bijzonder, en ook van de overige tioepen-
offn kunnen rekenen, want deze zullen zich bewust zijn, dat zij
daarmee de belangen van hun eigen manschappen behartigen.
Spoedig zullen de Vpl.-offn beseffen, dat hun taak, hoewel dikwijls
niet licht, een zeer dankbare is, en dat het goed volbrengen daar
van hun de achting van het geheele korps verzekert; meer en meer
zullen zij zich aansprakelijk gaan voelen voor den goeden gang
van zaken, hetgeen in hooge mate aan de verpleging ten goede
zal komen.
En de Troepenofficieren, zullen deze zwaar onder de verant
woordelijkheid voor de verpleging van het onder hun bevelen
staand troependeel gebukt gaan? Ik geloof het niet. Integendeel,
het zal voor hen van groote waarde zijn, dat zij steeds iemand in
hun onmiddellijke nabijheid hebben, die hen met raad en daad ter
zijde kan staan, een deskundige, die precies weet, wat zich in den
B. T. bevindt, en wat moet worden aangevraagd, en die vlug in
allerlei kleinigheden, de verpleging betreffende, kan voorzien. De
troepenofficieren zullen meer met de verpleging meeleven, de
bezwaren daaraan verbonden meer van nabij leeren kennen, en
daardoor minder spoedig mopperen als er iets hapert.
Behalve in de reeds genoemde opzichten zal van de diensten
der Vpl.-offn ook nog bij de mobilisatie geprofiteerd kunnen wor
den, v. w. b. de uitrusting van de Troepentreinen (ontvangst en
aanschaffing van de noodige levensmiddelen), en de verpleging
van de troepen zoolang deze zich nog op de vredesstandplaatsen
bevinden; daarna ook bij het vervoer per spoor.
Thans blijft mij alleen nog over mede te deelen, hoe ik mij het
instituut der Vpl.-offn voor het N. I. leger heb gedacht, m. a. w. wie
28