als zoodanig zullen moeten optreden. Ik kan hierbij kort zijn, omdat er feitelijk maar één goede oplossing mogelijk is, n. 1. die taak op te dragen aan de Korpskwartiermeesters. Het zou welis waar het meest gewenscht zijn troepenoffn, of desnoods onderoffn, voor de taak van Vpl.-off. op te leiden, doch daaraan valt voor ons leger, in de situatie, waarin het zich bevindt, niet te denken. Het volgende dient echter nog opgemerkt te worden. In Ned. is de functie van Vpl.-off. eveneens aan de Korpskwar- tierm. opgedragen. De Commissie, die in Aug. 1915 werd benoemd om de Regeering voor te lichten omtrent de werking van het dienstvak der Int. gedurende de mobilisatie, oordeelde die samen voeging niet gelukkig, en voerde daarvoor drie redenen aan, t. w.: Zij achtte het in de eerste plaats in elk bedrijf een fundamen- teele fout, de aankoopen en betalingen in dezelfde hand te brengen; in tweede plaats waren haars inziens de adm. werkzaamheden van een kwartierm. bij een Baton te omvangrijk, om dien off. tevens nog met de verpleging te kunnen belasten, en eindelijk misten vele kwartiermeesters (in 't bijzonder de reserve- en de onderoffn-kw.), de in een Vpl.-off. vereischte koopmanschap en warenkennis. Voor N.-Indië is het eerste bezwaar niet van veel beteekenis, aangezien aldaar zelfs in vredestijd dikwijls aankoopen en betalin gen door een en denzelfden persoon plaats hebben. Gewoonlijk zijn die wel niet van veel belang, doch dat zal ook niet het geval wezen met de aankoopen, welke de Vpl.-off. te velde verricht, terwijl ev. misbruiken bovendien tegengegaan kunnen worden door controle, zoowel van de zijde van den Korpscomdt als van den Br. Int. Ook het derde bezwaar acht ik voor Indië van weinig gewicht. Voor het doen van aankoopen in warongs en op pasars, het onderhandelen met Inlanders of Chineezen, wordt niet veel koop manschap vereischt; en wat de warenkennis betreft, die zou bij de eenvoudige aankoopen, welke de Vpl.-off. bij ons heeft te doen, toch niet tot haar recht kunnen komen. Mocht het bij uitzondering eens voorkomen, dat ernstig gekeurd moet worden, dan zal wel raad van deskundigen kunnen worden ingewonnen. Zoo blijft dan het tweede bezwaar nog over. Anderen kunnen daar beter over oordeelen dan ik, doch ik zou toch niet denken dat dit bezwaar voor Indië zoo ernstig is. Vergis ik mij niet, dan is de adm. te velde vrij eenvoudig, en zal het veel lichter vallen daarbij verplegingswerkzaamheden te verrichten, dan dikwijls het geval is geweest bij expedities of in de Buitengewesten, waar adm. en verpl. samen moesten gaan. De functie van Vpl.-off. zal in Indië ook niet de volle werkkracht van een persoon eischen, en bij het vaststellen van den werkkring kan er bovendien rekening mede worden gehouden, dat de kwar tierm. nog adm. arbeid te verrichten heeft, hetzij door den Vpl.-off. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 29