terugbrengst. Bij dezen laatsten eisch moet worden bedacht, dat
dit niet tot verspilling aanleiding mag geven. Wanneer men ver
der uitgaat van den grondregel, dat bij de verstrekking de eenheid
vart verpakking niet aangebroken wordt, dan komt men nood
zakelijker wijze tot betrekkelijk kleine eenheden. Dit heeft weinig
bezwaar, wanneer men die kleine eenheden zooveel mogelijk in
overeenstemming brengt met die, waarin zij gewoonlijk in den
handel voorkomen. Tot de oorlogsvoorbereiding behoort verder
het opleggen van een zeker aantal artn in de vereischte verpak
king en het voorbereiden van de aanvulling van die artn en van
die verpakking. (Het maken van z. g. petroleumblikken, ronde blik
ken. zakken en kisten van verschillende grootte enz. moet reeds in
vredestijd nauwkeurig zijn voorbereid) 1).
In de magazijnen van het D. v. O. kunnen die kleine eenheden
samengevoegd worden tot grootere, doch volgens een vast systeem
en zoodanig dat die grootere eenheden niet te moeilijk te hanteeren
zijn. Aldus verpakt komen de artn op de Reg.-afd. en als regel
ook op het spoorwegeindstation. De Comdt van de aldaar ger
plaatste et.-post zorgt z. n. voor de splitsing van de grootere in
de kleinere eenheden. Op de Reg.-afd. en op de etappenposten
wordt dus als regel niets verpakt, noch eenheden samengesteld,
doch hoogstens grootere eenheden ontpakt tot kleinere. Het
samenstellen van de grootere eenheden geschiedt als regel
in de z. g. primaire magazijnen of reeds in de inrichtingen, waar
de verschillende artn gebruiksklaar gemaakt worden, dan wel door
de leveranciers. De Int. vindt hierbij een ruim en dankbaar arbeids
veld van vredesvoorbereiding en de titanenarbeid bij de Reg.-afd.,
waarvoor de Majoor De Wit vreest, bestaat derhalve alleen in
zijne verbeelding.
Beschouwen we nu den aanvoer in rantsoenen. In de „ontwerp
regeling van den dienst van aan- en afvoer bij het leger te velde",
die in druk is, heeft men in 3 als grondgedachte nedergelegd,
dat in beginsel dageliiksche aanvoer plaats heeft van alles, waar
van het verbruik een regelmatig karakter heeft, zoomede dat die
aanvoer geschiedt zonder aanvraag en in de voor de
bekende sterkte berekende hoeveelheden.
In mijn vorig naschrift wees ik er reeds op, dat bij de toepassing
van de beginselen, die aan het aangenomen stelsel ten grondslag
liggen, groote soepelheid in de uitvoering van den dienst op den
voorgrond moet treden. Tevens werd daarbij aangestipt
dat in bepaalde gevallen voorraden van te voren zullen moeten
worden opgelegd in de vermoedelijke operatie- en etappenge-
bieden. In het bovengenoemde ontwerp is dit dan ook uitdrukkelijk
In dit opzicht moet nog alles geschieden, ondanks het feit, dat er
sinds^l914 thans al 7'/2 jaar verloopen zijn, de oorlogsvoorbereiding
t, z. dus heusch wel afgeloopen mocht wezen.
Red.
38